Burgerlijk Wetboek Boek 3
Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 3:artikel 208
Burgerlijk Wetboek Boek 3
Artikel 208 [Verandering bestemming]
Geldend
1.
Van zaken die aan het vruchtgebruik zijn onderworpen, mag de vruchtgebruiker de bestemming die deze bij de aanvang van het vruchtgebruik hadden, niet veranderen zonder toestemming van de hoofdgerechtigde of machtiging van de kantonrechter.
2.
Tenzij in de akte van vestiging anders is bepaald, is de vruchtgebruiker van een zaak, zowel tijdens de duur van zijn recht als bij het einde daarvan, bevoegd om aan de zaak aangebrachte veranderingen en toevoegingen weg te nemen, mits hij de zaak in de oude toestand terugbrengt.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.