Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 6:6:10 [TBS'er leeft voorwaarde niet na]
Geldend
Geldend vanaf 25-07-2020
- Bronpublicatie:
24-06-2020, Stb. 2020, 225 (uitgifte: 03-07-2020, kamerstukken: 35436)
- Inwerkingtreding
25-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2020, Stb. 2020, 286 (uitgifte: 24-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
1.
Indien de ter beschikking gestelde een gestelde voorwaarde niet heeft nageleefd of anderszins het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen zulks eist, is de rechter met inachtneming van de bepalingen van de tweede afdeling van titel IIA van het eerste boek van het Wetboek van Strafrecht bevoegd te beslissen:
- a.
tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar of twee jaren al dan niet onder wijziging, aanvulling of opheffing van een voorwaarde;
- b.
tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met een jaar of twee jaren;
- c.
tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar of twee jaren en tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, al dan niet onder wijziging, aanvulling of opheffing van een voorwaarde;
- d.
gedurende de looptijd van de terbeschikkingstelling: dat de verpleging van overheidswege wordt hervat;
- e.
gedurende de looptijd van de terbeschikkingstelling: dat de ter beschikking gestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd;
- f.
gedurende de looptijd van de terbeschikkingstelling: de voorwaarden te wijzigen, aan te vullen of op te heffen.
2.
De rechter die de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigt, stelt ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen voorwaarden betreffende het gedrag van de ter beschikking gestelde. De artikelen 38, tweede en vijfde lid, en 38a van het Wetboek van Strafrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
3.
Indien het proefverlof van een ter beschikking gestelde ten minste twaalf maanden onafgebroken heeft voortgeduurd, zonder dat in deze periode de terbeschikkingstelling is verlengd, kan de rechter de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigen.