Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het Energiehandvest
Artikel 27 Regeling van geschillen tussen Verdragsluitende Partijen
Geldend
Geldend vanaf 16-04-1998
- Bronpublicatie:
17-12-1994, Trb. 1995, 250 (uitgifte: 03-10-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-04-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-1998, Trb. 1998, 78 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
De Verdragsluitende Partijen streven ernaar geschillen over de toepassing of de uitlegging van dit Verdrag langs diplomatieke weg te regelen.
2.
Wanneer het geschil niet binnen een redelijke termijn overeenkomstig het eerste lid geregeld is, kan elke Partij daarbij, tenzij anders bepaald in dit Verdrag of schriftelijk overeengekomen door de Verdragsluitende Partijen, en behoudens wat betreft de toepassing of interpretatie van artikel 6 of artikel 19 of, voor in bijlage IA vermelde Verdragsluitende Partijen, van de laatste zin van artikel 10, eerste lid, door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere partij bij het geschil, de kwestie overeenkomstig dit artikel aan een scheidsgerecht ad hoc voorleggen.
3.
Een dergelijk scheidsgerecht ad hoc wordt als volgt gevormd:
- a.
De Verdragsluitende Partij die de procedure inleidt, benoemt binnen 30 dagen na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke kennisgeving van de andere Verdragsluitende Partij een lid van het scheidsgerecht en stelt de andere Verdragsluitende Partij daarvan in kennis;
- b.
binnen 60 dagen na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke kennisgeving benoemt de andere Verdragsluitende Partij bij het geschil eveneens een lid. Indien de benoeming niet binnen de voorgeschreven termijn geschiedt, kan de Verdragsluitende Partij die de procedure heeft ingeleid binnen 90 dagen na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke kennisgeving verzoeken dat de benoeming plaatsvindt overeenkomstig letter d);
- c.
Een derde lid, dat niet de nationaliteit of het staatsburgerschap mag hebben van een Verdragsluitende Partij die partij is bij het geschil, wordt benoemd door de Verdragsluitende Partijen die partij zijn bij het geschil. Dat lid wordt de voorzitter van het scheidsgerecht. Indien de Verdragsluitende Partijen niet binnen 150 dagen na ontvangst van de in het tweede lid bedoelde kennisgeving overeenstemming bereiken over de benoeming van een derde lid, geschiedt de benoeming overeenkomstig letter d) op verzoek van een van beide Verdragsluitende Partijen, ingediend binnen 180 dagen na ontvangst van die kennisgeving;
- d.
Benoemingen waarvan wordt verzocht dat zij worden verricht overeenkomstig deze letter, geschieden door de Secretaris-Generaal van het Permanente Hof van Internationale Arbitrage (PCIA) binnen 30 dagen na ontvangst van een verzoek daartoe. Indien hij verhinderd is zich van deze taak te kwijten, geschieden de benoemingen door de eerste Secretaris van het Bureau. Indien ook deze verhinderd is zich van deze taak te kwijten, geschieden de aanwijzingen door de plaatsvervanger met de hoogste anciënniteit.
- e.
Bij benoemingen overeenkomstig de letters a tot en met d wordt rekening gehouden met de deskundigheid en ervaring, met name op de onder dit Verdrag vallende gebieden, van de te benoemen leden.
- f.
Bij gebreke van een andersluidende overeenkomst tussen de Verdragsluitende Partijen zijn de arbitrageregels van de VN-Commissie voor Internationaal Handelsrecht (UNCITRAL) van toepassing, behoudens de wijzigingen die daarin zijn aangebracht door de Verdragsluitende Partijen die partij zijn bij het geschil of door de scheidsmannen. Het scheidsgerecht doet uitspraak met meerderheid van stemmen.
- g.
Het scheidsgerecht beslist over het geschil overeenkomstig dit Verdrag en de toepasselijke regels en beginselen van het internationale recht.
- h.
De uitspraak van het scheidsgerecht is definitief en bindend voor de Verdragsluitende Partijen bij het geschil.
- i.
Wanneer het scheidsgerecht in zijn uitspraak constateert dat een maatregel van een regionale of lokale overheid of instantie op het grondgebied van een in Deel I van bijlage P vermelde Verdragsluitende Partij niet in overeenstemming is met dit Verdrag, kan elk van beide partijen bij het geschil een beroep doen op de bepalingen van Deel II van bijlage P.
- j.
De kosten van het scheidsgerecht, met inbegrip van de vergoedingen voor de leden, komen voor gelijke delen ten laste van de Verdragsluitende Partijen die partij zijn bij het geschil. Het scheidsgerecht kan echter naar eigen goeddunken bepalen dat een groter aandeel in de kosten ten laste komt van één der Verdragsluitende Partijen die partij zijn bij het geschil.
- k.
Tenzij de Verdragsluitende Partijen die partij zijn bij het geschil anders overeenkomen, zetelt het scheidsgerecht in 's-Gravenhage en maakt het gebruik van de kantoren en faciliteiten van het Permanent Hof van Arbitrage.
- l.
Een afschrift van de uitspraak wordt neergelegd bij het Secretariaat, dat dit ter algemene beschikking stelt.