Einde inhoudsopgave
Luchthavenverkeerbesluit Schiphol
Artikel 1.1
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2018
- Bronpublicatie:
19-09-2018, Stb. 2018, 366 (uitgifte: 24-10-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2018, Stb. 2018, 366 (uitgifte: 24-10-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
gebruiksjaar: de periode van een jaar die loopt van 1 november tot en met 31 oktober;
- b.
vliegtuig: het begrip zoals dat is bepaald in artikel 1, onderdeel ak, van het Luchtverkeersreglement, met uitzondering van draagschroefvliegtuigen;
- c.
straalvliegtuig: een vliegtuig waarbij de voortstuwing direct door ten minste één straalmotor wordt verzorgd;
- d.
vliegtuigbeweging: de aankomst of het vertrek van een vliegtuig op of van de luchthaven;
- e.
taxiën: het begrip zoals dat is bepaald in artikel 1, onderdeel af, van het Luchtverkeersreglement.
- f.
vlieghoogte en vliegniveau: de begrippen zoals deze zijn bepaald in artikel 1, onderdelen ai en aj, van het Luchtverkeersreglement, met dien verstande dat:
- 1°
een vlieghoogte die is uitgedrukt in voeten altijd bepaald wordt ten opzichte van het gemiddeld zeeniveau;
- 2°
een vlieghoogte niet van toepassing is in het luchtruim boven de Nederlandse territoriale zee en boven de Noordzee buiten de territoriale zee;
- g.
Schiphol TMA en Schiphol CTR: de begrippen zoals deze zijn bepaald op grond van de artikelen 2 en 5 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening;
- h.
exploitatiebeperkingen: met de geluidssituatie samenhangende maatregelen waarbij de toegang van civiele subsonische straalvliegtuigen tot een luchthaven wordt beperkt of teruggebracht en welke onder meer gericht kunnen zijn op de uitdienstneming van marginaal conforme vliegtuigen op de luchthaven;
- i.
partiële exploitatiebeperkingen: exploitatiebeperkingen die het gebruik van civiele subsonische straalvliegtuigen in bepaalde tijdsperiodes beperken;
- j.
ICAO Bijlage 16: de op grond van het op 7 december 1944, te Chicago gesloten Verdrag inzake de Burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109) door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie vastgestelde Annex 16 (Environmental Protection), boekdeel I, deel II, Hoofdstuk 3, derde uitgave (juli 1993);
- k.
EPNdB: de eenheid van effectief waargenomen geluid zoals gedefinieerd in ICAO Bijlage 16;
- l.
civiele subsonische vliegtuigen: civiele subsonische straalvliegtuigen met een gecertificeerde maximum-startmassa van 34.000 kg of meer of met een gecertificeerde maximumcapaciteit voor het betrokken vliegtuigtype van meer dan 19 stoelen, de uitsluitend voor de bemanning bestemde stoelen niet meegerekend;
- m.
marginaal conforme vliegtuigen: civiele subsonische straalvliegtuigen die voldoen aan de geluidsnormen, zoals vastgesteld in ICAO Bijlage 16, met een cumulatieve marge van niet meer dan 5 EPNdB, waarbij de cumulatieve marge de in EPNdB uitgedrukte waarde is die wordt verkregen door het bij elkaar optellen van de individuele marges, zijnde de verschillen tussen het gecertificeerde geluidsniveau en het maximaal toegestane geluidsniveau, op elk van de drie referentiegeluidsmeetpunten zoals omschreven in ICAO Bijlage 16;
- n.
handelsverkeer: verkeersvluchten van luchtvaartmaatschappijen die open staan voor individuele boekingen voor passagiers, vracht of post, en die betreffen: geregelde vluchten, zijnde lijnvluchten of commerciële vluchten uitgevoerd op een vaste route volgens een gepubliceerde dienstregeling, en niet-geregelde vluchten, zijnde chartervluchten in het passagiers- en vrachtvervoer of commerciële vluchten met een ongeregeld karakter.