Einde inhoudsopgave
Regeling luchtverkeersdienstverlening
Artikel 5 Gecontroleerde luchthavens en plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden
Geldend
Geldend vanaf 07-11-2019
- Bronpublicatie:
01-11-2019, Stcrt. 2019, 58808 (uitgifte: 04-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/43699)
- Inwerkingtreding
07-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2019, Stcrt. 2019, 58808 (uitgifte: 04-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/43699)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Als gecontroleerde luchthaven zijn aangewezen:
- a.
Schiphol;
- b.
Rotterdam;
- c.
Eelde;
- d.
Maastricht;
- e.
Lelystad;
- f.
De Kooy;
- g.
Deelen;
- h.
Eindhoven;
- i.
GilzeRijen;
- j.
Leeuwarden;
- k.
De Peel;
- l.
Volkel;
- m.
Woensdrecht.
2.
Als plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied zijn aangewezen de gedeelten van het luchtruim rond de in het eerste lid genoemde luchthavens, aangeduid met de naam van de desbetreffende luchthaven en de toevoeging CTR.
3.
Als plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied zijn tevens aangewezen het boven Nederlands grondgebied gelegen deel van de Niederrhein CTR, en de Kleine-Brogel CTR.
4.
In afwijking van het tweede en het derde lid, zijn de gedeelten van het luchtruim die zijn aangewezen als plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden van de in het eerste lid, onderdelen c tot en met m, genoemde luchthavens en de in het derde lid genoemde Niederrhein CTR en de Kleine-Brogel CTR enkel als plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden aangewezen gedurende de openstellingsuren van de desbetreffende luchthavens.
5.
De plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden zijn de gebieden die zijn vastgesteld door de minister en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstuk ENR 6.
6.
De in het tweede en derde lid genoemde gebieden worden lateraal en verticaal gedefinieerd door de grenzen die zijn vastgesteld door de minister en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstukken ENR 2 en AD 2.