Tijdelijke regeling hypothecair krediet
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2020
- Bronpublicatie:
27-08-2020, Stcrt. 2020, 46367 (uitgifte: 09-09-2020, regelingnummer: 2020-0000157804)
- Inwerkingtreding
01-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-08-2020, Stcrt. 2020, 46367 (uitgifte: 09-09-2020, regelingnummer: 2020-0000157804)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De maximale hoogte van het hypothecair krediet ten opzichte van de waarde van de woning bedraagt honderd procent.
2.
Een aanbieder van hypothecair krediet kan van het eerste lid afwijken indien een consument na de verkoop van een woning en aanwending van de verkoopopbrengst voor de aflossing van een hypothecair krediet verstrekt voor die woning, een schuld overhoudt. In dat geval mag het bedrag van die schuld worden meegefinancierd in een nieuw hypothecair krediet en buiten beschouwing worden gelaten bij het berekenen van de ratio, bedoeld in het eerste lid.
3.
Een aanbieder van hypothecair krediet kan voorts van het eerste lid afwijken indien energiebesparende voorzieningen worden getroffen in de woning. In dat geval mogen de kosten van deze voorzieningen worden meegefinancierd in een hypothecair krediet voor zover het hypothecair krediet niet meer dan 106 procent bedraagt van de waarde van de woning.
4.
Een aanbieder van hypothecair krediet kan tevens van het eerste lid afwijken:
- a.
bij aflossing van een hypothecair krediet en het in plaats daarvan afsluiten van een nieuw hypothecair krediet met hetzelfde onderpand, voor zover de consument in de woning blijft wonen en de hoofdsom van het nieuwe hypothecair krediet niet hoger is dan de som van het af te lossen bedrag van het bestaande hypothecair krediet en de kosten die verband houden met het afsluiten van het nieuwe hypothecair krediet en de aflossing van het bestaande hypothecair krediet;
- b.
indien voor noodzakelijke woningverbetering het risico op een restschuld van de consument wordt ondervangen door een gemeentelijke regeling voor noodzakelijke woningverbetering;
- c.
indien sprake is van een aanvraag voor een hypothecair krediet van maximaal € 25.000 voor het treffen van noodzakelijke voorzieningen om de woning aardgasvrij te maken of energiebesparende voorzieningen in het kader van een wijkgerichte aanpak en het risico op een restschuld van de consument wordt ondervangen door het Nationaal Warmtefonds;
- d.
indien sprake is van een aanvraag voor een hypothecair krediet van maximaal € 25.000 voor het treffen van noodzakelijke voorzieningen om de woning aardgasvrij te maken of energiebesparende voorzieningen in een woning en die voorzieningen worden getroffen gelijktijdig met de voorzieningen die worden getroffen door een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet omdat de woning in eigendom van de consument een bouwkundig geheel vormt met woningen in eigendom van de toegelaten instelling en het risico op een restschuld van de consument wordt ondervangen door het Nationaal Warmtefonds;
- e.
indien voorzieningen worden getroffen voor noodzakelijke woningverbetering die leiden tot een daling van de verhouding tussen de hoogte van het totale hypothecaire krediet en de waarde van de woning;
- f.
bij het betalen van achterstallige betalingen door de consument aan de Vereniging van Eigenaren, voor zover de betalingsachterstand bij de aankoop van de woning een negatieve invloed heeft gehad op de waarde van de woning; of
- g.
indien de financieringslast van een hypothecair krediet substantieel lager ligt dan de toegestane financieringslast, bedoeld in artikel 3.
5.
Bij toepassing van het vierde lid, onderdeel c, mogen de kosten die verband houden met het afsluiten van het nieuwe hypothecair krediet worden meegefinancierd indien de verhouding tussen de hoogte van het totale hypothecair krediet en de waarde van de woning daalt.