Einde inhoudsopgave
Wet langdurige zorg
Artikel 11.2.3 [Overgang rechten en verplichtingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
03-12-2014, Stb. 2014, 494 (uitgifte: 12-12-2014, kamerstukken: 33891)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2014, Stb. 2014, 521 (uitgifte: 18-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
In artikel 11.2.2, eerste lid, bedoelde rechten en verplichtingen van een zorgverzekeraar gaan van rechtswege over op de Wlz-uitvoerder waarbij de verzekerde is ingeschreven ingevolge artikel 2.2.1. De Wlz-uitvoerder, bedoeld in de vorige volzin, heeft de hoedanigheid van zorgverzekeraar ter zake van de afwikkeling van de in die volzin bedoelde rechten en verplichtingen.
2.
In artikel 11.2.2, eerste lid, bedoelde rechten en verplichtingen van een op grond van artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten aangewezen rechtspersoon gaan van rechtswege over het zorgkantoor dat werkzaam is in de regio waarvoor eerstgenoemde rechtspersoon was aangewezen. Dit zorgkantoor heeft ter zake van de afwikkeling van de in de vorige volzin bedoelde rechten en verplichtingen de hoedanigheid van de op grond van artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten aangewezen rechtspersoon.
3.
In wettelijke procedures en rechtsgedingen waarbij een zorgverzekeraar respectievelijk een krachtens artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten aangewezen rechtspersoon is betrokken, treedt vanaf de intrekking van die wet, voor die zorgverzekeraar respectievelijk die rechtspersoon in de plaats:
- a.
de Wlz-uitvoerder op welke op grond van het eerste lid de rechten en verplichtingen van de zorgverzekeraar zijn overgegaan, respectievelijk;
- b.
het zorgkantoor op welke op grond van het tweede lid de krachtens artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten ontstane rechten en verplichtingen zijn overgegaan.
4.
In zaken waarin voor de intrekking van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten aan de Nationale ombudsman is verzocht een onderzoek te doen, dan wel de Nationale ombudsman een onderzoek heeft ingesteld naar een gedraging die kon worden toegerekend aan een zorgverzekeraar of die krachtens artikel 44 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kon worden toegerekend aan een rechtspersoon die is aangewezen krachtens artikel 40, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, treedt na de intrekking van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten in de plaats van die zorgverzekeraar of die rechtspersoon de Wlz-uitvoerder dan wel het zorgkantoor op, op welke ingevolge dit artikel de rechten en verplichtingen van de zorgverzekeraar of van die rechtspersoon zijn overgegaan.
5.
De archiefbescheiden van zorgverzekeraars en rechtspersonen, aangewezen krachtens artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, die betrekking hebben op de voor de intrekking van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten bij of krachtens die wet door hen uitgevoerde taken, worden zonder dat daarvoor de toestemming van de verzekerden is vereist en voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats:
- a.
in de gevallen, bedoeld in het eerste lid: door die zorgverzekeraars overgedragen aan de Wlz-uitvoerder waarbij de verzekerde is ingeschreven ingevolge artikel 2.2.1,
- b.
in de gevallen, bedoeld in het tweede lid: door de rechtspersoon, aangewezen krachtens artikel 40 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten overgedragen aan de door Onze Minister krachtens artikel 4.2.4, tweede lid, aangewezen Wlz-uitvoerders die de werkzaamheden in hun regio overnemen.