Einde inhoudsopgave
Besluit op de lijkbezorging
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
13-10-2012, Stb. 2012, 507 (uitgifte: 26-10-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2012, Stb. 2012, 507 (uitgifte: 26-10-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het vervoer van een lijk uit Nederland naar een staat die eveneens partij is in de Overeenkomst van Straatsburg geschiedt ongehinderd, mits bij het lijk aanwezig is het laissez-passer voor lijken, bedoeld in artikel 3 van die overeenkomst, afgegeven door de burgemeester van de gemeente waar betreffende de overledene of doodgeborene een akte in het register van overlijden is ingeschreven.
2.
Het vervoer naar Nederland van een lijk, afkomstig uit een staat die eveneens partij is in de Overeenkomst van Straatsburg geschiedt ongehinderd, mits bij het lijk aanwezig is het laissez-passer voor lijken, bedoeld in artikel 3 van die overeenkomst, afgegeven door de bevoegde autoriteit van de staat van herkomst.
3.
Het vervoer te land van een lijk, afkomstig uit Nederland, naar België of Luxemburg ter bezorging aldaar, of omgekeerd, geschiedt ongehinderd, indien de bevoegde autoriteit van de gemeente van overlijden ingevolge de wettelijke voorschriften een verlof tot begraving of crematie heeft afgegeven en te zamen met het lijk niets wordt vervoerd dan grafkransen, bloemen en persoonlijke bezittingen van de overledene.
4.
In de overige gevallen geschiedt het vervoer van een lijk uit Nederland naar het buitenland of omgekeerd ongehinderd, mits bij het lijk aanwezig is een verklaring, afgegeven door de bevoegde autoriteit van het land vanwaar het lijk wordt aangebracht, vermeldende de naam van de overledene en de plaats waarheen het lijk wordt vervoerd.
5.
Bij binnenkomst van een lijk in Nederland dient het in het tweede en derde lid bedoelde laissez-passer, onderscheidenlijk het verlof tot begraving of crematie, dan wel de in het vierde lid bedoelde verklaring, te worden overgelegd aan de douane.