Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/36/EU betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG
Artikel 162 Omzetting
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2013
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2013, L 208).
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 2013/36/EU)
- Inwerkingtreding
17-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 2013/36/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Uiterlijk 31 december 2013 stellen de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen vast en maken deze bekend.
De lidstaten passen die bepalingen toe met ingang van 1 januari 2014.
De lidstaten delen de Commissie en de EBA de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Indien de stukken die door de lidstaten worden overlegd als bijlage bij de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen, niet toereikend zijn om volledig inzicht te krijgen in de mate waarin de omzettingsbepalingen in overeenstemming zijn met bepaalde artikelen van deze richtlijn, kan de Commissie, op verzoek van de EBA met het oog op de uitvoering van haar taken uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1093/2010 of op eigen initiatief, verlangen dat de lidstaten meer gedetailleerde informatie met betrekking tot de omzetting en uitvoering van die bepalingen en deze richtlijn verstrekken.
2.
In afwijking van lid 1 is titel VII, hoofdstuk 4, van toepassing vanaf 1 januari 2016.
3.
De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 94, lid 1, onder g), leggen instellingen de verplichting op de daarin vervatte beginselen toe te passen op beloningen toegekend voor diensten die zijn verleend of prestaties die zijn geleverd met ingang van het jaar 2014, ongeacht of die beloningen verschuldigd zijn uit hoofde van contracten die vóór dan wel na 1 januari 2014 zijn gesloten.
4.
Wanneer de lidstaten de in de leden 1 en 2 bedoelde bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijnen gelden als verwijzingen naar deze richtlijn. De regels voor die verwijzing en de formulering van die vermelding worden vastgesteld door de lidstaten.
5.
In afwijking van lid 1 van dit artikel is artikel 131 van toepassing vanaf 1 januari 2016. De lidstaten voeren artikel 131, lid 4, vanaf 1 januari 2016 uit op de volgende wijze:
- a)
25 % van de MSI-buffer, bepaald overeenkomstig artikel 131, lid 4, in 2016;
- b)
50 % van de MSI-buffer, bepaald overeenkomstig artikel 131, lid 4, in 2017;
- c)
75 % van de MSI-buffer, bepaald overeenkomstig artikel 131, lid 4, in 2018; en
- d)
100 % van de MSI-buffer, bepaald overeenkomstig artikel 131, lid 4, in 2019.
6.
In afwijking van lid 2 van dit artikel is artikel 133 van toepassing met ingang van 1 januari 2014.