Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1979
- Bronpublicatie:
11-05-1977, Trb. 1977, 156 (uitgifte: 07-11-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-1979
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-1979, Trb. 1979, 32 (uitgifte: 01-01-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Wanneer de pensioengerechtigde, aan wie pensioenen zijn verschuldigd krachtens de wettelijke regelingen van beide Verdragsluitende Partijen, recht heeft op verstrekkingen ingevolge de wettelijke regeling van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan hij woont, worden aan deze pensioengerechtigde en zijn gezinsleden door het orgaan van de woonplaats en voor rekening van dit orgaan verstrekkingen verleend alsof hij uitsluitend in het genot was van een pensioen, verschuldigd krachtens de wettelijke regeling van deze laatste Partij.
2.
Wanneer de pensioengerechtigde, aan wie pensioen is verschuldigd krachtens de wettelijke regeling van een Verdragsluitende Partij, op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij woont, worden de verstrekkingen waarop hij krachtens de wettelijke regeling van eerstbedoelde Partij, eventueel met inachtneming van het bepaalde in het Slotprotocol, recht heeft of zou hebben indien hij op het grondgebied van deze Partij woonde, aan hemzelf en aan zijn gezinsleden verleend door het orgaan van de woonplaats volgens de bepalingen van de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling.
3.
De pensioengerechtigde die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wettelijke regeling van een der Verdragsluitende Partijen, heeft, evenals zijn gezinsleden, recht op verstrekkingen gedurende een tijdelijk verblijf op het grondgebied van de andere Partij dan die op het grondgebied waarvan hij woont, wanneer hun gezondheidstoestand het nodig maakt dat onmiddellijke verstrekkingen, met inbegrip van opname in een ziekenhuis, worden verleend. Deze verstrekkingen worden verleend door het orgaan van de verblijfplaats, volgens de bepalingen van de door dit orgaan toegepaste wettelijke regeling, in het bijzonder wat betreft de omvang en de wijze van verlening van de verstrekkingen. De periode gedurende welke deze verstrekkingen worden verleend is gelijk aan die voorzien in de wettelijke regeling van het land van de woonplaats. Naar gelang van het geval komen zij voor rekening van het bevoegde orgaan of van het orgaan van de woonplaats. Artikel 13, vierde lid van dit Verdrag is van overeenkomstige toepassing.
4.
Als rechthebbende op verstrekkingen wordt, naast degene die in de hoedanigheid van verplicht verzekerde, aangesloten bij een Joegoslavisch ziekteverzekeringsorgaan of bij een Nederlands ziekenfonds, recht heeft op verstrekkingen, tevens beschouwd degene die in de hoedanigheid van vrijwillig verzekerde, aangesloten bij een Nederlands ziekenfonds, recht op verstrekkingen heeft.
5.
Indien de wettelijke regeling van een Verdragsluitende Partij bepaalt dat voor rekening van een pensioengerechtigde premies worden ingehouden ter dekking van de kosten van verstrekkingen, is het orgaan dat het pensioen is verschuldigd gemachtigd tot die inhoudingen over te gaan wanneer de verstrekkingen krachtens dit artikel voor rekening van een orgaan van bedoelde Partij komen.