Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de Loonbelasting 1976 [Curaçao]
Artikel 8 [Tabellen]
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, Publicatieblad van Curaçao 2024, 40 (uitgifte: 15-05-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
Het bedrag van de verschuldigde belasting over een loontijdvak van een jaar wordt bepaald overeenkomstig de artikelen 24, eerste lid en 24A van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943.
2.
Indien de werknemer over loontijdvakken die geheel of gedeeltelijk samenvallen loon geniet uit meer dan één dienstbetrekking of vroegere dienstbetrekking dan wel van meer dan één inhoudingsplichtige en dit loon voor de berekening van de belasting niet wordt samengevoegd, kan de werknemer de basiskorting, kindertoeslag, alleenverdienertoeslag en de ouderentoeslag slechts in één dienstbetrekking dan wel tegenover één inhoudingsplichtige geldend maken.
3.
Bij ministeriële regeling met algemene werking kunnen voor de heffing van het bedrag bedoeld in het eerste lid loonbelastingtabellen, waaronder begrepen de tabel voor bijzondere beloningen bedoeld in het vierde lid, worden vastgesteld voor loontijdvakken die nodig worden geacht. Bij het opstellen van deze tabellen kunnen loonklassen en afrondingen worden aangebracht.
4.
Tantièmes, gratificaties, overwerkloon en andere beloningen welke gewoonlijk slechts éénmaal of éénmaal per jaar worden genoten worden belast volgens de tabel voor bijzondere beloningen. In deze tabel worden jaarlonen en belastingpercentages opgenomen. Bij elk jaarloon komt het belastingpercentage overeen met het percentage dat verschuldigd is van de laatste duizend gulden van 90% van het belastbaar loon, bedoeld in artikel 6G.
5.
In de gevallen dat toepassing van dit artikel tot hardheden leidt, is de inspecteur bevoegd, hetzij op verzoek, hetzij ambtshalve deze hardheden op te heffen.
6.
Indien dit niet tot een hoger belastingbedrag leidt mogen de in het vierde lid bedoelde beloningen worden beschouwd als een toevoeging aan het loon over het loontijdvak waarin zij worden uitbetaald.
7.
In afwijking van het bepaalde in het vierde lid wordt als jaarloon in aanmerking genomen:
- a.
het in dat jaar genoten loon ingeval de werknemer over het gehele voorafgaande kalenderjaar van de inhoudingsplichtige loon heeft genoten; of
- b.
het tot een jaarloon herleide bedrag van het in dat jaar genoten loon ingeval de werknemer over een gedeelte van het voorafgaande jaar van de inhoudingsplichtige loon heeft genoten.