Einde inhoudsopgave
Wet rol werknemers bij Europese rechtspersonen
Artikel 2:5 Beroep op de rechter
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 313 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken: 32891)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 314 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
Iedere belanghebbende kan de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam verzoeken te bepalen dat gevolg dient te worden gegeven aan hetgeen is bepaald bij dit hoofdstuk, met uitzondering van artikel 2:4 voor zover het tweede lid niet anders bepaalt, of bij een overeenkomst als bedoeld in artikel 2:19. Een bijzondere onderhandelingsgroep of de leden daarvan en een SCE-ondernemingsraad, ingesteld krachtens dit hoofdstuk, kunnen niet in de proceskosten van deze procedure worden veroordeeld.
2.
De bijzondere onderhandelingsgroep of de leden daarvan en een SCE-ondernemingsraad kunnen aan de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam verzoeken om:
- a.
krachtens artikel 2:4, vierde en vijfde lid, 2:13, tweede lid of 2:28, derde lid, opgelegde geheimhouding op te heffen op de grond dat degene die de geheimhouding heeft opgelegd bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het opleggen van geheimhouding had kunnen besluiten;
- b.
degene die informatie heeft geweigerd krachtens artikel 2:13, tweede lid, of 2:28, derde lid, te verplichten tot het verstrekken van informatie op de grond dat deze bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het weigeren van informatie had kunnen besluiten.