Garantiewet Militairen K.N.I.L.
Artikel 6a
Geldend
Geldend vanaf 27-09-1958
- Bronpublicatie:
04-08-1958, Stb. 1958, 437 (uitgifte: 01-01-1958, kamerstukken: 3968 )
- Inwerkingtreding
27-09-1958
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-08-1958, Stb. 1958, 437 (uitgifte: 01-01-1958, kamerstukken: 3968 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien een beroepsmilitair of gewezen militair een periodieke uitkering ten laste van de Republiek Indonesië geniet, is hij bevoegd zich voor de toepassing van deze wet tot de commissie te wenden met het verzoek om te beslissen:
- a.
of hij een hem aangeboden ambt of betrekking mag weigeren — dan wel al dan niet terecht heeft geweigerd — te aanvaarden;
- b.
of hij al dan niet terecht geen gebruik heeft gemaakt van een gelegenheid om in het land, waarin hij is gevestigd, passende arbeid te verkrijgen;
- c.
of door hem verworven inkomsten uit arbeid al dan niet zonder voldoende reden zijn of kunnen worden prijsgegeven, dan wel al dan niet door eigen schuld verloren zijn gegaan.
2.
Ambten of betrekkingen buiten het land, waarin betrokkene is gevestigd, behoeven niet te worden aanvaard.
3.
Het bepaalde in artikel 6, tweede, derde en vierde lid, is op een militair of gewezen militair bedoeld in het eerste lid, van overeenkomstige toepassing.