Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 767/2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening)
Artikel 16 Gebruik van het VIS voor raadpleging en voor verzoeken om documenten
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2021
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf een door de Commissie vastgestelde datum.
- Bronpublicatie:
07-07-2021, PbEU 2021, L 248 (uitgifte: 13-07-2021, regelingnummer: 2021/1134)
- Inwerkingtreding
02-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, PbEU 2021, L 248 (uitgifte: 13-07-2021, regelingnummer: 2021/1134)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
1.
Ten behoeve van de raadpleging tussen centrale visumautoriteiten over aanvragen overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EG) nr. 810/2009 worden het verzoek om raadpleging en de antwoorden daarop overeenkomstig lid 2 van dit artikel toegezonden.
2.
Wanneer in het VIS een aanvraagdossier wordt aangemaakt betreffende een onderdaan van een bepaald derde land of een persoon die behoort tot een specifieke categorie onderdanen van een bepaald derde land, waarvoor op grond van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 810/2009 voorafgaande raadpleging is vereist, zendt het VIS het verzoek om raadpleging automatisch via VISMail naar de aangegeven lidstaat of lidstaten.
De geraadpleegde lidstaat of lidstaten zend(t)(en) het antwoord naar het VIS, dat het via VISMail doorzendt naar de lidstaat die het aanvraagdossier heeft aangemaakt.
In het geval van een negatief antwoord wordt in het antwoord gespecificeerd of de aanvrager een bedreiging vormt voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid of de internationale betrekkingen.
Uitsluitend met het oog op de uitvoering van de raadplegingsprocedure wordt de lijst van lidstaten die op grond van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 810/2009 verlangen dat hun centrale autoriteiten worden geraadpleegd door de centrale autoriteiten van andere lidstaten bij het onderzoeken van visumaanvragen voor eenvormige visa van onderdanen van bepaalde derde landen of specifieke categorieën onderdanen van die landen, in het VIS geïntegreerd. Het VIS voorziet in de functie voor het gecentraliseerde beheer van die lijst.
3.
De toezending van informatie via VISMail is ook van toepassing op:
- a)
de toezending van informatie over visa die zijn afgegeven aan onderdanen van specifieke derde landen of aan specifieke categorieën onderdanen van die landen (‘kennisgeving achteraf’) overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 810/2009;
- b)
de toezending van informatie over visa die zijn afgegeven met beperkte territoriale geldigheid overeenkomstig artikel 25, lid 4, van Verordening (EG) nr. 810/2009;
- c)
de toezending van informatie over beslissingen tot nietigverklaring en intrekking van een visum en de redenen voor die beslissing overeenkomstig artikel 13, lid 4;
- d)
de toezending van verzoeken om rectificatie of wissing van gegevens overeenkomstig artikel 24, lid 2, respectievelijk artikel 25, lid 2, alsmede contacten tussen de lidstaten overeenkomstig artikel 38, lid 2;
- e)
alle andere mededelingen in verband met de consulaire samenwerking die de doorgifte van in het VIS geregistreerde of daarmee verband houdende persoonsgegevens inhouden, de toezending aan de bevoegde visumautoriteit van verzoeken om kopieën van documenten ter staving van de aanvraag, en de toezending van elektronische kopieën van die documenten.
3 bis.
De lijst van lidstaten die op grond van artikel 31 van Verordening (EG) nr. 810/2009 verlangen dat hun centrale autoriteiten in kennis worden gesteld van visa die door andere lidstaten worden afgegeven aan onderdanen van bepaalde derde landen of specifieke categorieën onderdanen van die landen, wordt in het VIS geïntegreerd. Het VIS voorziet in het gecentraliseerde beheer van die lijst.
3 ter.
De toezending van informatie overeenkomstig lid 3, punten a), b) en c), wordt automatisch door het VIS gegenereerd.
3 quater.
De bevoegde visumautoriteiten beantwoorden verzoeken uit hoofde van lid 3, punt e), binnen drie werkdagen.
4.
De krachtens dit artikel verstrekte persoonsgegevens mogen uitsluitend worden gebruikt voor het raadplegen en informeren van centrale visumautoriteiten en voor de consulaire samenwerking.