Einde inhoudsopgave
Beleidsbesluit doorschuiffaciliteit einde belastingplicht FGR
5A Goedkeuring bij einde FGR als gevolg van aandelenfusie
Geldend
Geldend vanaf 03-09-2024
- Bronpublicatie:
23-08-2024, Stcrt. 2024, 28426 (uitgifte: 02-09-2024, regelingnummer: 2024-19230)
- Inwerkingtreding
03-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-08-2024, Stcrt. 2024, 28426 (uitgifte: 02-09-2024, regelingnummer: 2024-19230)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Zoals vermeld in onderdeel 2 vereist de doorschuiffaciliteit van artikel V Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling onder meer dat alle deelgerechtigden op 1 januari 2025 zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting, zonder ervan te zijn vrijgesteld. Wordt hieraan niet voldaan dan kunnen de niet kwalificerende deelgerechtigden hun bewijzen van deelgerechtigdheid voor 1 januari 2025 overdragen aan een wel kwalificerende vennootschap tegen uitreiking van eigen aandelen door die vennootschap. Voor een dergelijke reorganisatie wordt fiscaal begeleiding geboden op grond van artikel VI Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling, mits de reorganisatie kwalificeert als aandelenfusie als bedoeld in artikel VI, tweede lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling.
Een bijzonder geval doet zich voor als door een aandelenfusie als bedoeld in artikel VI, tweede lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling de verkrijgende vennootschap de enige deelgerechtigde in het fonds wordt. Een fonds voor slechts één gerechtigde is geen FGR.1. In die bijzondere situatie betekent de aandelenfusie van artikel VI, tweede lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling ook meteen het einde van het bestaan en daarmee ook van de vennootschapsbelastingplicht van het FGR en kan voor de bijbehorende fiscale eindafrekening in ieder geval naar de letter geen gebruik worden gemaakt van de doorschuiffaciliteit van artikel V Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling. Deze heeft immers betrekking op de winst die een FGR behaalt als gevolg van – kort gezegd – het met ingang van 1 januari 2025 als gevolg van de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling niet langer onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting. Daarvan is geen sprake als het FGR door de voorafgaande aandelenfusie al in 2024 is opgehouden te bestaan.
Deze uitkomst acht ik onbedoeld. Het uitgangspunt van het overgangsrecht in de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling is om de wettelijke aanpassing van de definitie van het FGR zoveel mogelijk fiscaal geruisloos te laten verlopen.2. De fictieve vervreemdingen en eindafrekening worden zoveel mogelijk fiscaal begeleid. Bij deze bedoeling past het niet de fiscale begeleiding van artikel V Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling te weigeren als door een voorafgaande aandelenfusie als bedoeld in artikel VI Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling in 2024 het bestaan van het FGR en daarmee de vennootschapsbelastingplicht reeds in 2024 wordt beëindigd.
Ik heb dan ook besloten tot de volgende goedkeuring.
- A.1.
Voor artikel IV, eerste lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling wordt gelezen: ‘Voor de toepassing van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt een FGR dat als gevolg van een aandelenfusie als bedoeld in artikel VI, tweede lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling niet langer bestaat, geacht op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de beëindiging van zijn bestaan al zijn vermogensbestanddelen tegen de waarde in het economische verkeer te hebben overgedragen aan de verkrijgende vennootschap als bedoeld in artikel VI, tweede lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling, en wordt dat FGR geacht te zijn opgehouden in Nederland belastbare winst te genieten.’
- A.2.
Artikel IV, tweede, vierde en vijfde lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling vinden overeenkomstige toepassing met betrekking tot de onder A.1. beschreven situatie.
- B.1.
Ik verleen de inspecteur toestemming op verzoek onder voorwaarden de winst die door het FGR wordt behaald als gevolg van de toepassing van onderdeel A van deze goedkeuring geheel of ten dele buiten aanmerking te laten, mits de verkrijgende vennootschap is onderworpen aan de vennootschapsbelasting zonder ervan te zijn vrijgesteld.
- B.2.
Deze toestemming geldt niet voor de volgende situaties:
- a.
Bij de verkrijgende vennootschap zijn op het tijdstip van de aandelenfusie niet dezelfde winstbepalingen van toepassing als bij het FGR op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de aandelenfusie als bedoeld in artikel VI, tweede lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling;
- b.
De inspecteur is van mening dat het verzoek slechts kan worden ingewilligd onder het stellen van één of meer andere voorwaarden dan opgenomen in dit besluit.
- B.3.
Als de inspecteur het verzoek toewijst, doet hij dit onder het stellen van de voorwaarden zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit, waarbij het overdrachtstijdstip wordt gesteld op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan de beëindiging van het bestaan van het FGR en aangevuld met de volgende voorwaarden.
Voorwaarde 16 Plaatsvervanging
De verkrijgende vennootschap treedt in de plaats van het FGR dat is opgehouden te bestaan met betrekking tot al hetgeen als gevolg van de toepassing van onderdeel A aan hem wordt geacht te zijn overgedragen, voor zover hiervan niet bij een overigens aan deze goedkeuring verbonden voorwaarde wordt afgeweken.
Voorwaarde 17. Aanvaardingsvoorwaarde
De goedkeuring en voorwaarden worden binnen twee maanden na dagtekening van de goedkeuring door de verkrijgende vennootschap en de beheerder van het FGR dat is opgehouden te bestaan schriftelijk aanvaard.
- B.4.
Als de inspecteur niet mag beslissen op het verzoek, dan zendt de inspecteur het verzoek door naar de Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek, Cluster Vpb-IB winst, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag.
- B.5.
Het verzoek om toepassing van deze goedkeuring wordt gedaan uiterlijk op het tijdstip van het doen van de aangifte vennootschapsbelasting van het FGR over het boekjaar dat eindigt op het tijdstip van de aandelenfusie als bedoeld in artikel VI, tweede lid, Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling.
- C.
De goedkeuringen van onderdeel 4 met betrekking tot bepaalde aanspraken vinden overeenkomstige toepassing met betrekking tot een FGR waarvan de beëindiging van het bestaan fiscaal begeleid wordt met toepassing van de goedkeuring van dit onderdeel 5A.
Voetnoten
Zie o.a. HR 24 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:115, r.o. 3.3.3.