Besluit tweede schuld voor aflossingen eigenwoningschuld
1 Inleiding
Geldend
Geldend vanaf 08-03-2013. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 26-02-2013
- Bronpublicatie:
26-02-2013, Stcrt. 2013, 5687 (uitgifte: 07-03-2013, regelingnummer: BLKB/352M)
- Inwerkingtreding
08-03-2013, terugwerkend tot: 26-02-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2013, Stcrt. 2013, 5687 (uitgifte: 07-03-2013, regelingnummer: BLKB/352M)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Om een schuld aan te merken als een eigenwoningschuld moet worden voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 3.119a van de Wet inkomstenbelasting 2001. Daar is onder meer bepaald dat een schuld alleen als eigenwoningschuld wordt aangemerkt als er een contractuele verplichting is tot het gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig aflossen van de schuld. Ook moet daadwerkelijk aan deze aflossingsverplichting worden voldaan.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst is in zijn brief van 13 februari 20131. ingegaan op de situatie waarin naast de schuld die in verband met een eigen woning is aangegaan (hierna: de eerste schuld) een tweede schuld wordt aangegaan waaruit een deel van de aflossingen op de eerste schuld worden voldaan.
De eerste schuld kwalificeert in beginsel als eigenwoningschuld en de tweede schuld wordt in aanmerking genomen in box 3. Ingeval er echter een zodanige samenhang is tussen beide schulden dat deze schulden gezamenlijk feitelijk als één schuld moeten worden aangemerkt, is niet voldaan aan de aflossingseis omdat de belastingplichtige steeds te weinig aflost. Van een zodanige samenhang is bijvoorbeeld sprake indien, vanwege de samenhang met de tweede schuld, de rente op de eerste schuld hoger is dan deze zou zijn indien geen tweede schuld zou zijn aangegaan. Hoewel nog steeds over het geheel een marktconforme rente kan worden berekend, wordt in dat geval verondersteld dat het maximaliseren van het fiscale voordeel voorop stond. In dat geval kan ook de eerste schuld niet worden aangemerkt als eigenwoningschuld.
In dit besluit wordt zekerheid gegeven dat het hierboven beschreven samenstel van schulden niet als één schuld wordt beschouwd als aan de in het besluit opgenomen voorwaarden wordt voldaan. Als niet aan de in het besluit genoemde voorwaarden wordt voldaan, bestaat die zekerheid op voorhand niet.