Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 111/2005 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 15-02-2005
- Bronpublicatie:
22-12-2004, PbEU 2005, L 22 (uitgifte: 26-01-2005, regelingnummer: 111/2005)
- Inwerkingtreding
15-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2004, PbEU 2005, L 22 (uitgifte: 26-01-2005, regelingnummer: 111/2005)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De aanvraag voor een invoervergunning zoals bedoeld in artikel 20, bevat ten minste de volgende informatie:
- a)
naam en adres van de importeur, de exporteur in het derde land, alle andere betrokken marktdeelnemers en de uiteindelijke ontvanger;
- b)
- c)
de hoeveelheid en het gewicht van de geregistreerde stof en, in geval van mengsels of natuurproducten, de hoeveelheid, het gewicht en, indien beschikbaar, het percentage van elke in het mengsel of het natuurproduct voorkomende geregistreerde stof;
- d)
indien beschikbaar, gegevens over het vervoer, zoals de methoden en middelen van vervoer, de datum en plaats van de beoogde invoertransacties, en
- e)
het nummer van de in de artikelen 6 en 7 bedoelde vergunning of registratie.
2.
Uiterlijk 15 werkdagen na de datum waarop de bevoegde instanties het dossier volledig achten, wordt een besluit genomen over de aanvraag van een invoervergunning.