Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs
Artikel 193j Onderwijspersoneel
Geldend
Geldend van 11-10-2023 tot 11-10-2028
- Bronpublicatie:
04-10-2023, Stb. 2023, 332 (uitgifte: 10-10-2023, kamerstukken: 36373)
- Inwerkingtreding
11-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-10-2023, Stb. 2023, 332 (uitgifte: 10-10-2023, kamerstukken: 36373)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
Indien een vacature voor het geven van onderwijs in een tijdelijke nieuwkomersvoorziening niet kan worden vervuld door de benoeming van een bevoegde leraar als bedoeld in artikel 3, kan het onderwijs niet langer dan strikt noodzakelijk, in afwijking van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, ook worden gegeven door:
- a.
studenten van een opleiding leidend tot een getuigschrift als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b.1°;
- b.
degene die bevoegd is tot het geven van voortgezet onderwijs op grond van de Wet voortgezet onderwijs 2020, met dien verstande dat het onderwijs niet gegeven kan worden door degene, bedoeld in artikel 7.14 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;
- c.
een onderwijsondersteunende functionaris als bedoeld in artikel 3a.
2.
Het bevoegd gezag draagt zorg voor schriftelijke afspraken met degene, bedoeld in het eerste lid, waarin wordt vastgelegd op welke wijze het bevoegd gezag betrokkene ondersteunt om zo snel mogelijk te voldoen aan de eisen opgenomen in artikel 3.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op het onderwijs in:
- 1°
Nederlands;
- 2°
Rekenen en wiskunde;
- 3°
Zintuigelijke en lichamelijke oefening;
- 4°
Actief burgerschap en sociale cohesie.