Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/429 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’)
Artikel 14 Delegatie van officiële activiteiten door de bevoegde autoriteit
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2017, L 57).
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
De bevoegde autoriteit kan aan andere dan officiële dierenartsen één of meer van de volgende activiteiten delegeren:
- a)
de praktische toepassing van de maatregelen in het kader van de uitroeiingsprogramma's, bedoeld in artikel 32;
- b)
ondersteuning van de bevoegde autoriteit bij het uitvoeren van de in artikel 26 bedoelde bewaking of in het kader van de in artikel 28 bedoelde bewakingsprogramma's;
- c)
activiteiten met betrekking tot:
- i)
de in deel III bedoelde waakzaamheid, paraatheid en bestrijding, inzake:
- —
bemonsteringsactiviteiten en de uitvoering van onderzoeken en epidemiologische onderzoeken in het kader van artikel 54, artikel 55, lid 1, onder b) tot en met g), en de artikelen 57, 73, 74, 79 en 80 in geval van de vermoedelijke aanwezigheid van een ziekte, en krachtens deze artikelen vastgestelde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen;
- —
de uitvoering van activiteiten met betrekking tot ziektebestrijdingsmaatregelen in geval van een uitbraak van een ziekte, wat betreft de activiteiten die worden genoemd in artikel 61, artikel 65, lid 1, onder a), b), e) en f) en onder i), artikel 70, lid 1, de artikelen 79, 80, 81, en 82, en krachtens deze artikelen vastgestelde uitvoeringshandelingen en gedelegeerde handelingen;
- —
de uitvoering van noodvaccinatie overeenkomstig artikel 69;
- ii)
de in deel IV bedoelde registratie, erkenning, traceerbaarheid en verplaatsingen;
- iii)
de afgifte en invulling van de identificatiedocumenten voor gezelschapsdieren zoals bedoeld in artikel 247, onder c), artikel 248, lid 2, onder c), artikel 249, lid 1, onder c), en artikel 250, lid 2, onder c);
- iv)
de toepassing en het gebruik van identificatiemiddelen bedoeld in artikel 252, lid 1, onder a), ii).
2.
De lidstaten kunnen natuurlijke of rechtspersonen machtigen activiteiten als bedoeld in lid 1, onder a) en b), en lid 1, onder c), i), ii) en iv), uit te voeren voor nader bepaalde taken waarvoor die personen over voldoende specifieke kennis beschikken. In dat geval zijn het bepaalde in lid 1 van dit artikel en de in artikel 12 vastgestelde verantwoordelijkheden op die personen van toepassing.
3.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 264 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot andere dan de in lid 1 bedoelde activiteiten die aan dierenartsen kunnen worden gedelegeerd, en, in voorkomend geval, met betrekking tot de noodzakelijke omstandigheden en voorwaarden voor een dergelijke delegatie.
Bij de vaststelling van die gedelegeerde handelingen houdt de Commissie rekening met de aard van die activiteiten en met de desbetreffende internationale normen.