Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/429 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’)
Artikel 248 Voorwaarden voor niet-commercieel verkeer van gezelschapsdieren van de in deel B van bijlage I vermelde soorten
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
Voor zover de Commissie op grond van artikel 252, lid 1, onder b), gedelegeerde handelingen betreffende gezelschapsdieren van één van de in deel B van bijlage I vermelde soorten heeft vastgesteld, is het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren van die soort van een lidstaat naar een andere lidstaat onderworpen aan de naleving van de in lid 2 van dit artikel genoemde voorwaarden.
2.
Het verkeer van de in lid 1 genoemde soorten gezelschapsdieren van een lidstaat naar een andere lidstaat is alleen toegestaan, indien zij:
- a)
hetzij individueel, hetzij via groepsidentificatie geïdentificeerd of beschreven zijn overeenkomstig de op grond van artikel 252, lid 1, onder a), aangenomen bepalingen;
- b)
voldoen aan de desbetreffende op grond van artikel 252, lid 1, onder b), aangenomen preventie- en risicobeperkingsmaatregelen in verband met in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder d);
- c)
vergezeld gaan van een naar behoren ingevuld identificatiedocument dat is afgegeven overeenkomstig de krachtens artikel 254, onder d), vastgestelde regels.
3.
Zolang de in lid 1 bedoelde betrokken gedelegeerde handelingen niet zijn vastgesteld, kunnen lidstaten nationale regels toepassen op het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren van de in deel B van bijlage I vermelde soorten naar hun grondgebied uit een andere lidstaat, mits die regels:
- a)
zodanig worden toegepast dat zij in verhouding staan tot het risico voor de volks- en diergezondheid dat het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren van deze soorten met zich meebrengt, en
- b)
niet verder gaan dan die welke op het verkeer van dieren van die soorten overeenkomstig deel IV worden toegepast.