Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 1
Artikel 452
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Burgerlijk Wetboek Boek 1, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 494 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Personen- en familierecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
De rechter die het mentorschap instelt, benoemt daarbij of zo spoedig mogelijk daarna een mentor. In geval van vervanging van de mentor geschiedt de benoeming door de rechter in eerste aanleg. De rechter vergewist zich van de bereidheid en vormt zich een oordeel over de geschiktheid van de te benoemen persoon.
2.
Zo nodig kan een tijdelijke mentor worden benoemd.
3.
De rechter volgt bij de benoeming van de mentor de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
4.
Tenzij het derde lid is toegepast, wordt, indien de betrokkene is gehuwd of een andere levensgezel heeft, bij voorkeur de echtgenoot of de andere levensgezel tot mentor benoemd. Is de vorige zin niet van toepassing, dan wordt bij voorkeur een van zijn ouders, kinderen, broers of zusters tot mentor benoemd. Huwt de betrokkene of verkrijgt hij een andere levensgezel, dan kan ieder van hen verzoeken dat de echtgenoot of andere levensgezel van de betrokkene in de plaats van de tegenwoordige mentor wordt benoemd.
5.
Indien ten behoeve van de betrokkene in een bewind als bedoeld in titel 19, is voorzien, wordt, indien de bewindvoerder een natuurlijke persoon is, bij voorkeur de bewindvoerder tot mentor benoemd.
6.
Geen mentor kunnen worden:
- a.
handelingsonbekwamen;
- b.
zij ten behoeve van wie een mentorschap is ingesteld;
- c.
rechtspersonen;
- d.
de direct betrokken of behandelend hulpverlener;
- e.
personen behorende tot de leiding of tot het personeel van de instelling waar de betrokkene verblijft.
7. Benoeming mentor
De taak van de mentor vangt aan daags nadat de benoeming is verstrekt of verzonden, tenzij de beschikking een later tijdstip vermeldt.