Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
Einde inhoudsopgave
Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie:artikel 12
Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
Artikel 12 [Beslissing Minister]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-10-1998
- Bronpublicatie:
14-05-1998, Stb. 1998, 302 (uitgifte: 02-06-1998, kamerstukken: 24811)
- Inwerkingtreding
01-10-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-1998, Stb. 1998, 475 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
1.
Op grond van het in artikel 11 bedoelde onderzoek beslist Onze Minister of hij de aspirant-adoptiefouders geschikt acht voor de verzorging en opvoeding van het buitenlandse kind.
2.
Indien Onze Minister de aspirant-adoptiefouders niet geschikt acht voor de verzorging en opvoeding van het buitenlandse kind, doet hij van zijn beslissing tevens mededeling aan de officier van justitie. Artikel 10 is van overeenkomstige toepassing.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.