Einde inhoudsopgave
Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
27-11-2020, Stb. 2021, 98 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - branchespecifiek
1.
Het is verboden afvalstoffen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, anders dan voor het opslaan, op of in de bodem te brengen, anders dan deze te storten op een stortplaats of winningsafvalvoorziening.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op:
- a.
huishoudelijke afvalstoffen die nog niet zijn ingezameld of afgegeven;
- b.
afvalwater;
- c.
plantenresten die zijn aangewezen bij regeling van Onze Minister;
- d.
het op of in de bodem brengen van meststoffen, bedoeld in paragraaf 3.2.20 van het Besluit activiteiten leefomgeving;
- e.
het toepassen van bouwstoffen, bedoeld in paragraaf 3.2.25 van het Besluit activiteiten leefomgeving;
- f.
het toepassen van grond of baggerspecie, bedoeld in paragraaf 3.2.26 van het Besluit activiteiten leefomgeving; en
- g.
het toepassen van mijnsteen of vermengde mijnsteen in de voormalige mijnbouwgebieden in de provincie Limburg, bedoeld in paragraaf 3.2.27 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
3.
Het is verboden zich van afvalstoffen zijnde plantenresten te ontdoen door deze voor het opslaan op of in de bodem te brengen.
4.
Het derde lid is niet van toepassing op:
- a.
huishoudelijke afvalstoffen die nog niet zijn ingezameld of afgegeven,
- b.
het opslaan van plantenresten waarop het Besluit activiteiten leefomgeving van toepassing is,
- c.
het op of in de bodem brengen van plantenresten, dat is aangewezen bij regeling van Onze Minister.
5.
Als categorie van gevallen als bedoeld in artikel 10.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer, zijn de in het tweede lid onder b tot en met g en de in het vierde lid onder b en c aangegeven gevallen.