Einde inhoudsopgave
Regeling spoorwegpersoneel 2011
Bijlage 4 Psychologische eisen veiligheidsfuncties hoofdspoorweginfrastructuur
Geldend
Geldend vanaf 15-11-2011
- Bronpublicatie:
25-10-2011, Stcrt. 2011, 19262 (uitgifte: 27-10-2011, regelingnummer: IENM/BSK-2011/128425)
- Inwerkingtreding
15-11-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-10-2011, Stb. 2011, 518 (uitgifte: 14-11-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het Besluit spoorwegpersoneel 2011 (03-05-2011, Stb. 240).
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
behorende bij artikel 3 van de Regeling spoorwegpersoneel 2011
dimensie | Machinist met volledige bevoegdheid | Machinist met beperkte bevoegdheid | Rangeerder | Treindienstleider met volledige bevoegdheid | Treindienstleider met minimale bevoegdheid |
---|---|---|---|---|---|
1 | midden | midden | laag | hoog | midden |
2 | hoog | midden | laag | hoog | midden |
3 | hoog | midden | laag | hoog | midden |
4 | hoog | midden | laag | laag | laag |
5 | hoog | midden | midden | midden | laag |
6 | hoog | midden | laag | hoog | laag |
7 | hoog | midden | midden | midden | midden |
8 | hoog | hoog | midden | hoog | laag |
9 | hoog | hoog | midden | midden | laag |
10 | hoog | laag | n.v.t. | midden | n.v.t. |
11 | hoog | midden | midden | hoog | laag |
Dimensies
- 1.
Algemeen verstandelijk niveau — Intelligentie, leervermogen, nodig voor leren en begrijpen van regelgeving en voor het overzicht over en het kunnen inschatten van de situatie.
- 2.
Zelfstandigheid — Relatieve onafhankelijkheid van steun van anderen, eigen beslissingen kunnen nemen.
- 3.
Verantwoordelijkheidsgevoel — Reëel inzicht hebben in c.q. serieus kunnen afwegen van de consequenties van eigen handelen. Consciëntieus omgaan met gestelde taken.
- 4.
Bestand tegen solistische taak — Bestand zijn tegen de effecten van alleenwerken, geen collega's aanwezig.
- 5.
Bestand tegen onregelmatige diensten — Bestand zijn tegen de effecten van werken buiten kantoortijd: 's morgens vroeg, 's avonds laat en 's nachts.
(*) Deze dimensie is niet van toepassing op personeel dat niet in onregelmatige diensten werkt
- 6.
Emotionele stabiliteit — Stressbestendigheid, incasseringsvermogen, emotionele problemen van zich af kunnen zetten, niet gauw aangeslagen zijn en op de langere termijn bestand zijn tegen belastende omstandigheden in de functie.
- 7.
Concentratievermogen — Vermogen om zich te kunnen concentreren op de opgedragen taak.
- 8.
Selectieve aandacht — Vermogen om zich te kunnen richten op relevante signalen, waarbij niet relevante signalen moeten worden genegeerd.
- 9.
Reactievermogen — Vermogen om zonder aarzelen te reageren op bepaalde signalen.
- 10.
Verlengde aandacht — Vermogen om langdurig oplettend te blijven en alert te blijven reageren in relatief monotone situaties.
- 11.
Totaaloordeel — Dit betreft het totaaloordeel over de geschiktheid voor de betreffende functie op basis van alle informatie over het cognitief functioneren, de aandachtsfuncties, de psychomotorische functies en persoonlijkheidseigenschappen.