Einde inhoudsopgave
Regeling verkeersregelaars 2009
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
15-11-2019, Stcrt. 2019, 62341 (uitgifte: 19-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/60216)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2019, Stcrt. 2019, 62341 (uitgifte: 19-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/60216)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Belastingrecht algemeen (V)
Verkeersrecht (V)
1.
Voor de aanstelling als transportbegeleider komen slechts in aanmerking personen die:
- a.
geen beginnende bestuurder zijn als bedoeld in artikel 1 van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011;
- b.
in het bezit zijn van een geldig rijbewijs voor de categorie B;
- c.
in het bezit zijn van een getuigschrift dat op de dag van de aanvraag niet ouder is dan 6 maanden, of voorzover het betreft migrerende beroepsbeoefenaars, een certificaat waaruit blijkt dat met goed gevolg een proeve van bekwaamheid is afgelegd of een verklaring waaruit blijkt dat gedurende een periode van negen maanden een aanpassingstage als bedoeld in artikel 1 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, is doorlopen; en
- d.
in het bezit zijn van een met het oog op het optreden als transportbegeleider afgegeven verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, die op de dag van de aanvraag niet ouder is dan twee maanden, of voorzover het betreft migrerende beroepsbeoefenaars, een hiermee overeenkomend document, afgegeven door het bevoegd gezag van de betrokken staat van oorsprong of herkomst.
2.
De in het eerste lid, onder c, bedoelde proeve van bekwaamheid wordt overeenkomstig artikel 3, tweede en derde lid, afgelegd bij een opleidingsinstituut in Nederland. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.
3.
De in het eerste lid, onder c, bedoelde aanpassingsstage wordt begeleid door een gekwalificeerde transportbegeleider. Na afloop van de aanpassingsstage legt de transportbegeleider onder wiens verantwoordelijkheid de stage is doorlopen de verklaring bedoeld in het eerste lid, onder c, af. Deze verklaring bevat naast een beschrijving van de inhoud van de aanpassingsstage een oordeel omtrent de wijze waarop de aanpassingsstage is vervuld aan de hand van de in bijlage 1 opgenomen criteria.
4.
De migrerende beroepsbeoefenaar mag meerdere aanpassingsstages volgen.