Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie
Artikel IX Besluitvorming
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1995
- Bronpublicatie:
15-04-1994, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-07-1995, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De WTO zet de praktijk voort van besluitvorming door middel van consensus die werd gehanteerd ingevolge de GATT-Overeenkomst van 1947 1). Behalve indien anders bepaald, wordt de aangelegenheid in kwestie, wanneer er geen besluit door middel van consensus wordt bereikt, beslist door stemming. Op vergaderingen van de Ministeriële Conferentie en de Algemene Raad heeft elk Lid van de WTO één stem. Wanneer de Europese Gemeenschappen hun stemrecht uitoefenen, hebben zij een aantal stemmen gelijk aan het aantal van hun lidstaten 1)die lid van de WTO zijn. Besluiten van de Ministeriële Conferentie en de Algemene Raad worden genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, tenzij in deze Overeenkomst of in de desbetreffende Multilaterale Handelsovereenkomst 2)anders bepaald.
2.
De Ministeriële Conferentie en de Algemene Raad hebben de uitsluitende bevoegdheid om interpretaties van deze Overeenkomst en van de Multilaterale Handelsovereenkomsten aan te nemen. In geval van een interpretatie van een Multilaterale Handelsovereenkomst in Bijlage 1, oefenen zij deze bevoegdheid uit op basis van een aanbeveling van de Raad die toeziet op de werking van die overeenkomst. Het besluit om een interpretatie aan te nemen wordt genomen met een drie vierde meerderheid van de Leden. Dit lid mag niet worden gehanteerd op een wijze die de wijzigingsbepalingen in artikel X zou ondermijnen.
3.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de Ministeriële Conferentie besluiten een Lid van een door deze Overeenkomst of een Multilaterale Handelsovereenkomst opgelegde verplichting te ontheffen, mits een zodanig besluit wordt goedgekeurd door drie vierde 3)van de Leden.
- a.
Een verzoek om ontheffing betreffende deze Overeenkomst wordt ter bestudering aan de Ministeriële Conferentie voorgelegd ingevolge het gebruik van besluitvorming bij consensus. De Ministeriële Conferentie stelt een termijn van ten hoogste 90 dagen vast om het verzoek te bestuderen. Indien gedurende deze termijn geen consensus wordt bereikt, wordt een besluit om ontheffing te verlenen genomen door drie vierde van de Leden.
- b.
Een verzoek om ontheffing betreffende de Multilaterale Handelsovereenkomsten in de Bijlagen 1A of 1B of 1C en de bijlagen daarbij wordt aanvankelijk voorgelegd aan onderscheidenlijk de Raad voor de handel in goederen, de Raad voor de handel in diensten of de Raad voor TRIPs ter bestudering gedurende een termijn van ten hoogste 90 dagen. Aan het einde van de termijn legt de desbetreffende Raad een rapport voor aan de Ministeriële Conferentie.
4.
Een besluit van de Ministeriële Conferentie waarbij ontheffing wordt verleend dient de uitzonderlijke omstandigheden te vermelden die het besluit rechtvaardigen, de voorwaarden betreffende de toepassing van de ontheffing en de datum waarop de ontheffing eindigt. Een ontheffing voor een termijn van langer dan één jaar wordt door de Ministeriële Conferentie uiterlijk een jaar nadat zij is verleend opnieuw bezien en daarna elk jaar, totdat de ontheffing eindigt. Bij elke toetsing onderzoekt de Ministeriële Conferentie of de uitzonderlijke omstandigheden die de ontheffing rechtvaardigen nog steeds aanwezig zijn en of aan de aan de ontheffing verbonden voorwaarden is voldaan. Op basis van de jaarlijkse toetsing kan de Ministeriële Conferentie de ontheffing verlengen, wijzigen of beëindigen.
5.
Voor besluiten ingevolge een Plurilaterale Handelsovereenkomst, met inbegrip van besluiten inzake interpretaties en ontheffingen, gelden de bepalingen van die overeenkomst.
Voetnoten
Het betrokken orgaan wordt geacht bij consensus een besluit te hebben genomen omtrent een daaraan voorgelegde aangelegenheid als geen enkel Lid dat aanwezig is op de bijeenkomst waarop het besluit wordt genomen, formeel bezwaar maakt tegen het voorgestelde besluit.
Het aantal stemmen van de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten mag in geen geval het aantal lidstaten van de Europese Gemeenschappen te boven gaan.
Besluiten van de Algemene Raad, wanneer deze bijeenkomt als Orgaan voor Geschillenbeslechting, worden slechts genomen in overeenstemming met de bepalingen van paragraaf 2.4 van het Memorandum inzake Geschillenbeslechting.
Een besluit een ontheffing te verlenen ten aanzien van een verplichting die is onderworpen aan een overgangstermijn of een termijn voor gefaseerde toepassing, welke verplichting het Lid dat het verzoek doet niet is nagekomen aan het einde van de desbetreffende termijn, wordt slechts bij consensus genomen.