Einde inhoudsopgave
Besluit houders van dieren
Artikel 2.76c Registratie
Geldend
Geldend vanaf 12-12-2023
- Bronpublicatie:
23-11-2023, Stb. 2023, 451 (uitgifte: 11-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2023, Stb. 2023, 451 (uitgifte: 11-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
De houder van vleeskalkoenen of ouderdieren registreert per koppel onderscheiden naar geslacht de volgende gegevens:
- a.
het aantal binnengebrachte vleeskalkoenen of ouderdieren;
- b.
het aantal vleeskalkoenen of ouderdieren dat vanwege een natuurlijke oorzaak is gestorven of is gedood, per dag;
- c.
het totale levend gewicht van de vleeskalkoenen of ouderdieren bij aflevering aan het slachthuis, binnen twee weken na die aflevering.
2.
De houder van vleeskalkoenen registreert ten hoogste een maand na aflevering van een koppel het uitvalpercentage van mannelijke en van vrouwelijke vleeskalkoenen en de oorzaak van de sterfte, indien dat percentage hoger is dan:
- a.
5% bij een koppel vrouwelijke dieren;
- b.
9% bij een koppel mannelijke dieren.
3.
De gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden drie jaar bewaard.