Einde inhoudsopgave
Besluit houders van dieren
Artikel 2.76a Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 12-12-2023
- Bronpublicatie:
23-11-2023, Stb. 2023, 451 (uitgifte: 11-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2023, Stb. 2023, 451 (uitgifte: 11-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
bezettingsdichtheid: totale levend gewicht van de dieren die tegelijkertijd in de stal aanwezig zijn per vierkante meter oppervlakte die voor hen beschikbaar is;
koppel: koppel als bedoeld in artikel 2, onderdeel 37, van verordening (EU) nr. 2019/2035.
ouderdier: dier dat wordt gehouden voor de productie van broedeieren;
uitvalpercentage: het aantal dieren van een koppel dat vanwege een natuurlijke oorzaak is gestorven, gedeeld door het totaal aantal dieren waaruit het koppel aan het begin van het productieproces bestond, vermenigvuldigd met 100;
verordening (EG) nr. 1/2005:verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PbEU 2005, L 3);
verordening (EU) nr. 2019/2035:verordening (EU) 2019/2035 van de Commissie van 28 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor inrichtingen waar landdieren worden gehouden en broederijen, alsmede voor de traceerbaarheid van bepaalde gehouden landdieren en broedeieren (PbEU 2019, L 314);
vleeskalkoen: dier van de soort Meleagris gallopavo dat wordt gehouden voor de productie van vlees.