Einde inhoudsopgave
Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens
Artikel 16 [Terbeschikkingstelling gegevens aan andere EU-lidstaten]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2023
- Bronpublicatie:
23-11-2022, Stb. 2022, 490 (uitgifte: 07-12-2022, kamerstukken: 35916)
- Inwerkingtreding
01-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2023, Stb. 2023, 61 (uitgifte: 22-02-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Bijzondere onderwerpen
1.
Justitiële gegevens worden of kunnen worden ter beschikking gesteld ten behoeve van de strafrechtspleging aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie of aan organen en instanties die zijn opgericht krachtens de hoofdstukken 4 en 5 van titel V van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die zijn belast met taken van rechtshandhaving, voor zover dat voortvloeit uit een rechtsinstrument op grond van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
2.
Justitiële gegevens kunnen worden ter beschikking gesteld ten behoeve van andere doelen dan de strafrechtspleging aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het ter beschikking stellen van justitiële gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, alsmede over de aan het gebruik daarvan te stellen voorwaarden door ontvangstgerechtigde bevoegde autoriteiten of internationale organen en instanties. Onverminderd specifieke voorzieningen in een rechtsinstrument, bedoeld in het eerste lid, mogen de voorwaarden niet afwijken van de voorwaarden voor vergelijkbare doorzendingen van politiegegevens binnen het Europese deel van Nederland.