Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling belastingen op milieugrondslag
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 69810 (uitgifte: 30-12-2019, regelingnummer: 2019-0000199975)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stcrt. 2019, 69810 (uitgifte: 30-12-2019, regelingnummer: 2019-0000199975)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieubelastingen / Algemeen
Milieubelastingen / Energiebelasting
1.
In het verzoek om teruggaaf, bedoeld in artikel 68, eerste lid, van de wet, worden de volgende gegevens vermeld:
- a.
het tijdvak waarover teruggaaf wordt verzocht;
- b.
naam en adres van de verbruiker;
- c.
BSN of RSIN van de verbruiker;
- d.
naam en adres van de leveranciers;
- e.
de EAN-code(s) van de aansluiting(en);
- f.
de hoeveelheden aardgas en elektriciteit waarvoor teruggaaf wordt verzocht;
- g.
de periode van levering van aardgas en elektriciteit; en
- h.
het bedrag aan belasting dat wordt teruggevraagd.
2.
In het verzoek om teruggaaf, bedoeld in artikel 68, tweede lid, van de wet, worden de volgende gegevens vermeld:
- a.
het tijdvak waarover teruggaaf wordt verzocht;
- b.
naam en adres van de verbruiker;
- c.
BSN of RSIN van de verbruiker;
- d.
naam en adres van de leverancier;
- e.
de EAN-code van de aansluiting;
- f.
de totaal verbruikte hoeveelheid elektriciteit; en
- g.
het bedrag aan belasting dat wordt teruggevraagd.
3.
De administratie van degene die een verzoek als bedoeld in het eerste of tweede lid om teruggaaf indient, is zodanig ingericht dat daarin op overzichtelijke wijze alle voor de vaststelling van het bedrag van de teruggaaf van belang zijnde gegevens zijn opgenomen.