Einde inhoudsopgave
Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001
Artikel 46 Vaststelling identiteit en bevoegdheid van degene die het gezag uitoefent of curator
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
06-12-2020, Stcrt. 2020, 63416 (uitgifte: 11-12-2020, regelingnummer: 2020-0000691383)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2020, Stcrt. 2020, 63416 (uitgifte: 11-12-2020, regelingnummer: 2020-0000691383)
- Vakgebied(en)
Privacy / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
Op de procedure voor het verkrijgen van de nodige zekerheid over de identiteit van degene die het gezag over de minderjarige uitoefent of van de curator is zijn artikel 36 en artikel 2.1 van het besluit van overeenkomstige toepassing.
2.
Indien degene die een verklaring van toestemming moet afgeven niet in persoon verschijnt, kan de aanvraag slechts in behandeling worden genomen indien uit de overgelegde schriftelijke verklaring van toestemming en eventuele andere overgelegde stukken met de nodige zekerheid kan worden afgeleid dat de verklaring van toestemming van de betreffende persoon afkomstig is.
3.
Voor het verkrijgen van de nodige zekerheid over de bevoegdheid tot het afgeven van de verklaring van toestemming van degene die het gezag over de minderjarige uitoefent of van de curator wordt gebruik gemaakt van de door de betreffende persoon overgelegde stukken.
4.
Indien onzekerheid bestaat over de bevoegdheid van degene die het gezag over de minderjarige uitoefent of van de curator wordt daarnaar een gericht onderzoek ingesteld.