Einde inhoudsopgave
Wet medezeggenschap op scholen
Artikel 30 Commissie voor geschillen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
07-06-2017, Stb. 2017, 261 (uitgifte: 21-06-2017, kamerstukken: 34656)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2017, Stb. 2017, 295 (uitgifte: 07-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Medezeggenschap
1.
Er is een landelijke commissie voor geschillen waarbij elke school, samenwerkingsverband en centrale dienst is aangesloten. Tot voorzitter en tot plaatsvervangend voorzitter kunnen alleen personen worden benoemd die voldoen aan de bij of krachtens artikel 5 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren gestelde vereisten om te kunnen worden benoemd tot rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast.
2.
De commissie bestaat uit 3 leden en ten minste 3 plaatsvervangende leden, van wie een lid en diens plaatsvervangers worden benoemd op bindende voordracht van de landelijke besturenorganisaties en een lid en diens plaatsvervangers op bindende voordracht van landelijke personeelsvak- onderscheidelijk[lees: onderscheidenlijk] ouder- of leerlingenorganisaties. De leden doen een bindende voordracht voor de benoeming van het derde lid, tevens voorzitter en diens plaatsvervangers. Het aantal plaatsvervangers van elk lid en van de voorzitter is aan elkaar gelijk. De benoeming geschiedt door Onze Minister.
3.
De leden en de plaatsvervangende leden mogen niet deel uitmaken van het bevoegd gezag of van de medezeggenschapsraad van een school, samenwerkingsverband en centrale dienst.