Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Sint Maarten]
Artikel 2 [Objectieve en subjectieve vrijstellingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel is gebaseerd op de tekst uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
09-01-2014, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2014, 7 (uitgifte: 14-01-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2014, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2014, 33 (uitgifte: 01-04-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Sint Maarten
1.
Van de belasting is vrijgesteld:
- a.
de winst van in het eerste lid van artikel 1 onder c bedoelde lichamen, verkregen met het vervoer te water of door de lucht van personen en goederen tussen in en buiten Sint Maarten gelegen havens;
- b.
de winst van in het eerste lid van artikel 1 bedoelde lichamen, verkregen met de aankoop, verkoop, opslag en levering van aardolie en aardolieprodukten, indien en voor zover die aankoop, verkoop, opslag en levering wordt verricht door of door tussenkomst van een onderneming als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Landsverordening belastingfaciliteiten industriële ondernemingen (P.B. 1985, no. 146), waaraan op haar daartoe strekkend verzoek door de Minister van Financiën vrijstelling van de belasting is verleend;
- c.
de winst van in Sint Maarten gevestigde, rechtspersoonlijkheid bezittende pensioenfondsen, spaarfondsen, voorzieningsfondsen, begrafenisfondsen, ziekenfondsen en ondersteuningsfondsen, welke ten behoeve van personeel, gewezen personeel of deszelfs betrekkingen zijn ingesteld. Of een fonds aan de eisen voor vrijstelling voldoet, wordt voor zover nodig naar de omstandigheden beoordeeld;
- d.
de winst van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap waarvan alle aandelen eigendom zijn van Sint Maarten, indien en voorzover deze winst behaald is met de winning en verkoop van petroleum;
- e.
het voordeel, verkregen uit de vrijstelling van de verschuldigde sociale lasten en de verplichting tot afdracht van ingehouden loonbelasting als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening ter bevordering van de werkgelegenheid voor jeugdige werkzoekenden (P.B. 1989, no. 74);
- f.
de winst van een lichaam als bedoeld in het eerste lid van artikel 1, verkregen door de exploitatie van een op 1 januari 1985 in Sint Maarten gevestigde olieraffinaderij, mits aan dat lichaam op haar daartoe strekkend verzoek door de Minister van Financiën vrijstelling van de belasting is verleend. Onder exploitatie, wordt mede begrepen het bezitten en verhuren;
- g.
de voordelen van een naamloze vennootschap verkregen uit kredietverstrekking aan in Sint Maarten gevestigde bedrijven voor de bouw van of de upgrading tot luxe gelegenheden tot verblijf en ontspanning in Sint Maarten;
- h.
de winst van een in Sint Maarten gevestigde naamloze vennootschap:
- 1°
welke geheel of nagenoeg geheel ten doel heeft de economische ontwikkeling van Sint Maarten te bevorderen door middel van het deelnemen in alsmede het verstrekken van kredieten aan in Sint Maarten gevestigde bedrijven; en
- 2°
waarvan de aandelen voor meer dan vijftig ten honderd worden gehouden door Sint Maarten;
- i.
de voordelen van een stichting of een trust als bedoeld in Titel 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of naar soortgelijk buitenlands recht, indien en voor zover zij geen bedrijf in de zin van artikel 1, derde lid, uitoefenen.
2.
Het bepaalde in onderdeel g van het eerste lid is alleen van toepassing voorzover het een naamloze vennootschap betreft, waarvan de aandelen voor meer dan vijftig ten honderd worden gehouden door Sint Maarten, die tenminste zeventig ten honderd van haar financiële middelen verkregen uit uitgegeven obligatieleningen, aanwendt ter verstrekking van kredieten aan in dat onderdeel bedoelde bedrijven tegen een lagere vergoeding dan door de in Sint Maarten gevestigde kredietinstellingen wordt aangeboden.
3.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt nader aangegeven onder welke voorwaarden de in het vorige lid bedoelde gelegenheden tot verblijf en ontspanning zijn aan te merken als luxe gelegenheden tot verblijf en ontspanning.
4.
Het eerste lid, onderdeel c, is niet van toepassing op:
- a.
naamloze vennootschappen en andere vennootschappen waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld en waarin een werknemer of gewezen werknemer, zijn echtgenoot of partner, indien hij gedurende tenminste één jaar onafgebroken een gezamenlijke huishouding met zijn partner voert, een van hun bloedof aanverwanten in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn, dan wel een van hun pleegkinderen al dan niet tezamen voor ten minste 10% van het nominaal gestort kapitaal, onmiddellijk of middellijk, aandeelhouder is;
- b.
andere dan de in onderdeel a bedoelde lichamen waarvan de werkzaamheden hoofdzakelijk bestaan in de uitvoering van pensioenregelingen of van regelingen voor vervroegde uittreding van werknemers of gewezen werknemers van naamloze vennootschappen of andere vennootschappen waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld, en waarin deze werknemers of gewezen werknemers, hun echtgenoten of partners, indien zij gedurende tenminste één jaar onafgebroken een gezamenlijke huishouding met hun partners voeren, hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn, dan wel hun pleegkinderen al dan niet tezamen voor ten minste 10% van het nominaal gestort kapitaal, onmiddellijk of middellijk, aandeelhouder zijn of op enig moment zijn geweest