Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Sint Maarten]
Artikel 3 [Heffingstijdvak]
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Deze landsverordening verkrijgt de status van landsverordening van Sint Maarten. Voorheen landsverordening van de Nederlandse Antillen. De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2010 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
20-12-2010, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2010, 30 (uitgifte: 20-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt krachtens art. 131 van de Staatregeling tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Sint Maarten
1.
De belasting wordt geheven over het kalenderjaar. Onder boekjaar wordt verstaan het kalenderjaar.
2.
De in een boekjaar genoten winst wordt bepaald volgens goed koopmansgebruik, met inachtneming van een bestendige gedragslijn welke onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst en welke slechts gewijzigd kan worden indien goed koopmansgebruik dit rechtvaardigt.
3.
Het is lichamen niet toegestaan om een boekjaar te voeren dat niet gelijk is aan het kalenderjaar, met uitzondering van:
- a.
niet in Sint Maarten gevestigde lichamen;
- b.
lichamen waarop artikel VI van de Landsverordening van de 29ste december 1999 tot wijziging van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58) (P.B. 1999, no. 244) toepassing vindt of heeft gevonden;
- c.
lichamen die reeds vóór 1 januari 1997 een van het kalenderjaar afwijkend boekjaar hebben gevoerd;
- d.
andere lichamen aan wie onder door de Inspecteur te stellen voorwaarden toestemming is verleend een boekjaar te voeren dat afwijkt van het kalenderjaar.
4.
Indien op enig moment een vennootschap aan de voorwaarden, genoemd, in artikel 1A, eerste lid, onderdeel f, voldoet en als een Vrijgestelde Vennootschap wordt aangemerkt, worden per ultimo van het boekjaar waarin het daarin bedoelde verzoek is ingediend, haar activa en passiva gesteld op de waarde in het economisch verkeer.
5.
Indien op enig moment een vennootschap niet meer aan de voorwaarden, genoemd, in artikel 1A, eerste lid, onderdeel f, voldoet en aldus de status van Vrijgestelde Vennootschap verliest, worden per ultimo van het laatste boekjaar waarin de vennootschap die status geniet, haar activa en passiva gesteld op de waarde in het economisch verkeer.