Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag inzake sociale zekerheid
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-03-1977
- Bronpublicatie:
14-12-1972, Trb. 1976, 158 (uitgifte: 25-10-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-1977
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-1977, Trb. 1977, 35 (uitgifte: 01-01-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid (V)
1.
De toepassing van de artikelen 20, 21, 23 en 24 tussen twee of meer Verdragsluitende Partijen is afhankelijk van het sluiten van bilaterale of multilaterale overeenkomsten tussen deze Partijen, welke overeenkomsten bovendien bijzondere, aan de omstandigheden aangepaste regelingen mogen bevatten.
2.
Bij de in het vorige lid bedoelde overeenkomsten wordt in het bijzonder het volgende vastgesteld:
- a)
de groepen personen, op wie de artikelen 20, 21, 23 en 24 van toepassing zijn;
- b)
het tijdvak waarover het orgaan van een Verdragsluitende Partij verstrekkingen voor rekening van het orgaan van een andere Verdragsluitende Partij kan verlenen;
- c)
de bijzondere voorwaarden met betrekking tot het verlenen van prothesen, hulpmiddelen van grotere omvang en andere belangrijke verstrekkingen;
- d)
de regels ter vermijding van samenloop van gelijksoortige prestaties;
- e)
de wijze waarop de prestaties welke het orgaan van een Verdragsluitende Partij voor rekening van het orgaan van een andere Verdragsluitende Partij heeft verleend, worden vergoed.
3.
Twee of meer Verdragsluitende Partijen kunnen overeenkomen dat van iedere vergoeding tussen de onder hun bevoegdheid vallende organen wordt afgezien.