Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 82
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Mijnbouwwet (31-10-2002, Stb. 542).
- Bronpublicatie:
06-12-2002, Stb. 2002, 604 (uitgifte: 24-12-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2002, Stb. 2002, 603 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
De uitvoerder neemt onmiddellijk passende maatregelen in geval van lozingen waardoor nadelige gevolgen voor het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan als bedoeld in de artikelen 80 en 81. De bedoelde passende maatregelen houden in het voorkomen, bestrijden of beperken van de bedoelde nadelige gevolgen.
2.
De uitvoerder meldt het voorval zo spoedig mogelijk aan het Kustwachtcentrum en de inspecteur-generaal der mijnen.
3.
De uitvoerder verstrekt de inspecteur-generaal der mijnen zo spoedig mogelijk gegevens, zodra deze bekend zijn, omtrent:
- a.
de oorzaken van het voorval en de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft voorgedaan;
- b.
de ten gevolge van het voorval vrijgekomen stoffen, alsmede hun eigenschappen;
- c.
andere gegevens die van belang zijn om de aard en de ernst van de gevolgen voor het milieu van het voorval te kunnen beoordelen;
- d.
de maatregelen die zijn genomen of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken;
- e.
de maatregelen die worden overwogen om te voorkomen dat een zodanig voorval zich nogmaals kan voordoen.
4.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent de in het tweede lid bedoelde melding en de gegevens, bedoeld in het derde lid.