Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:278b [Taken DNB bij geconsolideerd toezicht]
Geldend
Geldend vanaf 19-10-2021
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht betreffende de zinsnede 'een Nederlandse beleggingsonderneming' komt niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
29-09-2021, Stb. 2021, 463 (uitgifte: 12-10-2021, kamerstukken: 35783)
- Inwerkingtreding
19-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2021, Stb. 2021, 478 (uitgifte: 18-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Indien de Nederlandsche Bank toezicht houdt op geconsolideerde basis op een Nederlandse EU-moederbeleggingsonderneming die op grond van artikel 1, tweede lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen de vereisten van de verordening kapitaalvereisten toepast, Nederlandse EU-moederbank, een beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten of Nederlandse bank die dochteronderneming is van een Nederlandse financiële EU-moederholding of Nederlandse gemengde financiële EU-moederholding:
- a.
coördineert zij de vergaring en verspreiding van informatie aan de betrokken toezichthoudende instanties van andere lidstaten die relevant of essentieel is in normale omstandigheden en in noodsituaties;
- b.
plant en coördineert zij de toezichtactiviteiten in normale omstandigheden en de samenwerking met de betrokken toezichthoudende instanties van andere lidstaten in het kader van de artikelen 3:18a, 3:74a en 3:111a; en
- c.
plant en coördineert zij de toezichtactiviteiten bij de voorbereiding op en in noodsituaties.
2.
De Nederlandsche Bank komt met de betrokken toezichthoudende instanties van andere lidstaten een gezamenlijke regeling overeen inzake de onderlinge coördinatie en samenwerking. In de regeling kunnen aanvullende taken voor de consoliderende toezichthouder worden vastgelegd.