Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:280b [Voorwaarden voor goedkeuring]
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2020
- Redactionele toelichting
Dti artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 3:280b (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
02-12-2020, Stb. 2020, 509 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken: 35559)
- Inwerkingtreding
29-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2020, Stb. 2020, 510 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Nederlandsche Bank verleent op aanvraag de goedkeuring bedoeld in artikel 3:280a indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
- a.
artikel 3:273a, eerste lid, onderdeel a, met betrekking tot de interne regelingen en de verdeling van taken;
- b.
artikel 3:273a, eerste lid, onderdeel b, met betrekking tot de organisatiestructuur;
- c.
artikel 3:273a, tweede lid, met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt;
- d.
de artikelen 3:271 en 3:272 met betrekking tot de geschiktheid en betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen; en
- e.
artikel 3:100, eerste lid, aanhef en onderdeel a tot en met f, indien de aanvraag een holding betreft die een gekwalificeerde deelneming in een bank houdt of voornemens is te houden waarvoor een of meerdere verklaringen van geen bezwaar overeenkomstig artikel 3:95, eerste lid, onderdeel b, zijn of worden aangevraagd.
2.
De Nederlandsche Bank houdt bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, rekening met artikel 21 bis, derde lid, onderdeel b, van de richtlijn kapitaalvereisten.
3.
De aanvraag wordt ingediend bij de Europese Centrale Bank, de Nederlandsche Bank of bij zowel de Nederlandsche Bank als de toezichthoudende instantie van een andere lidstaat al naar gelang de bevoegdheidsverdeling in artikel 3:280a, onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
4.
De Nederlandsche Bank beslist op een aanvraag als bedoeld in het eerste lid met inachtneming van artikel 21 bis, tiende lid, van de richtlijn kapitaalvereisten uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag en maakt het besluit bekend aan de holding indien dat volgt uit artikel 21 bis, achtste of tiende lid, van de richtlijn.