Einde inhoudsopgave
Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden
Artikel 30 [Geweld of vrijheidsbeperkende middelen]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2023
- Bronpublicatie:
24-05-2023, Stb. 2023, 202 (uitgifte: 19-06-2023, kamerstukken: 35936)
- Inwerkingtreding
01-10-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-09-2023, Stb. 2023, 307 (uitgifte: 28-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Ordening en verzekering
Penitentiair recht / Rechtspositie gedetineerde
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
1.
Het hoofd van de instelling is bevoegd jegens een verpleegde geweld te gebruiken of vrijheidsbeperkende middelen aan te wenden, voor zover dit noodzakelijk is met het oog op één van de volgende belangen:
- a.
de handhaving van de orde of de veiligheid in de instelling;
- b.
de uitvoering van een bij of krachtens deze wet genomen beslissing;
- c.
de voorkoming van de onttrekking van een verpleegde aan het op hem uitgeoefende toezicht;
- d.
de uitvoering van een ingevolge het Wetboek van Strafvordering of de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden door de officier van justitie of de rechter-commissaris genomen beslissing.
2.
Het hoofd van de instelling is bevoegd jegens een ter beschikking gestelde geweld te gebruiken of vrijheidsbeperkende middelen aan te wenden met het oog op een belang als bedoeld in het eerste lid, onder b of c.
3.
Onze Minister is bevoegd jegens een verpleegde geweld te gebruiken of vrijheidsbeperkende middelen aan te wenden met het oog op een van de volgende belangen:
- a.
de uitvoering van een door hem genomen beslissing;
- b.
de voorkoming van het zich onttrekken van de verpleegde aan het op hem uitgeoefende toezicht.
4.
Aan het gebruik van geweld gaat zo mogelijk een waarschuwing vooraf. Degene die geweld heeft gebruikt maakt hiervan onverwijld een schriftelijk verslag en doet dit verslag onverwijld aan het hoofd van de instelling toekomen.
5.
Onze Minister stelt nadere regels omtrent het gebruik van geweld en de aanwending van vrijheidsbeperkende middelen.