Einde inhoudsopgave
Kaderwet dienstplicht
Artikel 64 Gewoon dienstplichtigen na vervulling eerste oefening
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1997
- Bronpublicatie:
13-03-1997, Stb. 1997, 139 (uitgifte: 03-04-1997, kamerstukken: 24245)
- Inwerkingtreding
01-05-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-1997, Stb. 1997, 163 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Gewoon dienstplichtigen, vrijwilligers op de voet van gewoon dienstplichtige daaronder begrepen, aan wie na de vervulling van de werkelijke dienst voor eerste oefening op grond van de Dienstplichtwet groot verlof is verleend, worden aangemerkt als dienstplichtigen in de zin van deze wet.
2.
De in het eerste lid bedoelde dienstplichtigen zijn uitsluitend verplicht:
- a.
in gewone omstandigheden voor herhalingsoefeningen in werkelijke dienst te komen; en
- b.
in buitengewone omstandigheden in werkelijke dienst te komen.
3.
De verplichting gevolg te geven aan een oproeping blijft op hen rusten
- a.
tot 1 oktober van het jaar waarin de leeftijd van 35 jaar wordt bereikt, voor zover zij als dienstplichtige geen rang hebben bekleed; of
- b.
tot 1 oktober van het jaar waarin de leeftijd van 40 jaar wordt bereikt, voor zover zij als dienstplichtige een onderofficiersrang hebben bekleed.
4.
Overeenkomstig artikel 6 kunnen zij opnieuw voor een keuring worden opgeroepen.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het tweede lid voor zover het betreft het voor herhalings- oefeningen in werkelijke dienst komen.
6.
Onze Minister kan in buitengewone omstandigheden regels stellen met betrekking tot en voor zover nodig in afwijking van de in artikel 23 genoemde onderwerpen.
7.
De ministeriële regeling, bedoeld in het zesde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. De regeling treedt in werking terstond na de bekendmaking. De regeling wordt in ieder geval geplaatst in de Staatscourant. Zo spoedig mogelijk na de plaatsing in de Staatscourant van deze regeling wordt een voordracht gedaan voor een algemene maatregel van bestuur tot nadere regeling van de betrokken onderwerpen.