Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1896 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624
Artikel 116 Uitvoering van en controle op de begroting
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2019
- Bronpublicatie:
13-11-2019, PbEU 2019, L 295 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: 2019/1896)
- Inwerkingtreding
04-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2019, PbEU 2019, L 295 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: 2019/1896)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
EU-recht / Instituties
Douane (V)
1.
De uitvoerend directeur legt de begroting van het Agentschap ten uitvoer.
2.
Uiterlijk op 1 maart van begrotingsjaar N + 1 dient de rekenplichtige van het Agentschap de voorlopige rekeningen voor het begrotingsjaar N in bij de rekenplichtige van de Commissie en bij de Rekenkamer. De rekenplichtige van de Commissie consolideert de voorlopige rekeningen van de instellingen en de gedecentraliseerde organen overeenkomstig artikel 245 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.
3.
Het Agentschap zendt uiterlijk 31 maart van het jaar N + 1 een verslag over het budgettair en financieel beheer voor het jaar N toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer.
4.
De rekenplichtige van de Commissie zendt de voorlopige rekeningen van het Agentschap voor jaar N, die met de rekeningen van de Commissie zijn geconsolideerd, uiterlijk op 31 maart van jaar N + 1 aan de Rekenkamer toe.
5.
Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van het Agentschap voor jaar N, uit hoofde van artikel 246 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, stelt de uitvoerend directeur op eigen verantwoordelijkheid de definitieve rekeningen van het Agentschap op en legt hij deze voor advies aan de raad van bestuur voor.
6.
De raad van bestuur brengt een advies uit over de definitieve rekeningen van het Agentschap voor jaar N.
7.
Uiterlijk 1 juli van het jaar N + 1 dient de uitvoerend directeur de definitieve rekeningen met het advies van de raad van bestuur in bij het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer.
8.
De definitieve rekeningen voor jaar N worden uiterlijk op 15 november van jaar N + 1 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
9.
De uitvoerend directeur dient uiterlijk op 30 september van jaar N + 1 een antwoord op de opmerkingen van de Rekenkamer in bij deze instelling. Hij zendt dit antwoord ook toe aan de raad van bestuur.
10.
De uitvoerend directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor jaar N, overeenkomstig artikel 261, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.
11.
Vóór 15 mei van jaar N + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de uitvoerend directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting van jaar N.