Einde inhoudsopgave
Besluit Nr. P1 (2010/C 106/07) betreffende de interpretatie van artikel 50, lid 4, artikel 58, en artikel 87, lid 5, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad voor de toekenning van invaliditeitsuitkeringen en ouderdoms- en nabestaandenpensioenen
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2009
- Redactionele toelichting
Dit besluit wordt toegepast vanaf 01-05-2010, tegelijk met de inwerkingtreding van Verordening 987/2009 (16-09-2009, PbEU L 284).
- Bronpublicatie:
12-06-2009, PbEU 2010, C 106 (uitgifte: 24-04-2010, regelingnummer: P1 2010/C106/07)
- Inwerkingtreding
12-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2009, PbEU 2010, C 106 (uitgifte: 24-04-2010, regelingnummer: P1 2010/C106/07)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Invaliditeitsuitkering
I. Toepassing van artikel 50, lid 4, van Verordening (EG) nr. 883/2004
1
Een orgaan dat een uitkering uitbetaalt, maakt automatisch een nieuwe berekening wanneer het informatie ontvangt dat de begunstigde voldoet aan de voorwaarden voor toekenning van een uitkering onder de wetgeving van een andere lidstaat.
Er wordt geen nieuwe berekening gemaakt in de situatie waar de onder de wetgeving van andere lidstaten vervulde tijdvakken al zijn meegerekend voor te toekenning van de uitkering, en er geen tijdvakken zijn vervuld sinds de toekenning van de uitkering.
Indien echter aanvullende voorwaarden van toepassing zijn (afgezien van het vervuld zijn van tijdvakken van verzekering), zoals het bereiken van de vereiste leeftijd voor toekenning van de uitkering of een wijziging van het aantal kinderen dat in aanmerking moet worden genomen, wordt het automatisch noodzakelijk een nieuwe berekening te maken.
2
Een orgaan dat een nieuwe berekening maakt voor een uitkering die het eerder heeft toegekend, houdt bij die berekening rekening met alle tijdvakken van verzekering en/of van wonen, en met alle andere voorwaarden waaraan de begunstigde voldoet volgens de wetgeving van het orgaan en volgens de wetgeving van de andere lidstaten op de datum van toekenning van de herberekende uitkering.
3
De relevante datum is de dag waarop het risico zich voordeed in de lidstaat waar laatstelijk aan de voorwaarden voor het recht op een uitkering is voldaan.
II. Toepassing van artikel 58 van Verordening (EG) nr. 883/2004
4
Een orgaan dat een aanvulling toekent overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EG) nr. 883/2004 stelt het bevoegde orgaan van enige andere lidstaat, volgens de wetgeving waarvan de begunstigde recht heeft op een overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 5 van de verordening toegekende uitkering, daarvan in kennis.
5
Het bevoegde orgaan van iedere andere lidstaat dat de begunstigde uitkeringen verstrekt uit hoofde van hoofdstuk 5 van Verordening (EG) nr. 883/2004 stelt ieder jaar in januari het orgaan dat de aanvulling betaalt, op de hoogte van het bedrag van de uitkering dat het de begunstigde per 1 januari van dat jaar verstrekt.
III. Toepassing van artikel 87, lid 5, van Verordening (EG) nr. 883/2004
6
Wanneer een verzekerde een verzoek indient tot herziening van een invaliditeitspensioen overeenkomstig de bepalingen van artikel 87, lid 5, van Verordening (EG) nr. 883/2004, is het niet noodzakelijk een nieuw geneeskundig onderzoek te laten verrichten, wanneer de informatie in het dossier van de betrokkene als voldoende beschouwd kan worden.
Indien dat niet het geval is, kan het betrokken orgaan verlangen dat er een nieuw geneeskundig onderzoek wordt verricht.
IV. Bekendmaking en inwerkingtreding
7
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 987/2009.