Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels
Artikel 87 Overgangsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 31-10-2009
- Redactionele toelichting
Op grond van de in art. 89 bedoelde toepassingsverordening wordt deze wijziging toegepast vanaf 01-05-2010.
- Bronpublicatie:
16-09-2009, PbEU 2009, L 284 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: 988/2009)
- Inwerkingtreding
31-10-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2009, PbEU 2009, L 284 (uitgifte: 30-10-2009, regelingnummer: 988/2009)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Aan deze verordening kan geen enkel recht worden ontleend voor het tijdvak dat aan de datum van haar toepassing voorafgaat.
2.
Voor de vaststelling van de aan deze verordening te ontlenen rechten wordt rekening gehouden met elk tijdvak van verzekering, alsmede eventueel met elk tijdvak van werkzaamheden in loondienst, van werkzaamheden anders dan in loondienst of van wonen, dat krachtens de wetgeving van de betrokken lidstaat de datum van haar toepassing in deze lidstaat is vervuld.
3.
Onverminderd lid 1 ontstaat krachtens deze verordening ook dan een recht, indien dit recht in verband staat met een gebeurtenis die vóór de datum van haar toepassing in de betrokken lidstaat heeft plaatsgevonden.
4.
Elke prestatie die in verband met de nationaliteit van de betrokkene dan wel met diens woonplaats niet is toegekend dan wel is geschorst, wordt op verzoek van de betrokkene toegekend of hervat met ingang van de datum van toepassing van deze verordening in de betrokken lidstaat, mits de vroeger toegekende rechten niet in de vorm van een afkoopsom zijn vereffend.
5.
De rechten van de betrokkene wier pensioen vóór de datum van toepassing van deze verordening in een lidstaat werd toegekend, kunnen op verzoek van de betrokkene worden herzien met inachtneming van deze verordening.
6.
Indien het in lid 4 of 5 bedoelde verzoek binnen twee jaar na de datum van toepassing van deze verordening in een lidstaat wordt ingediend, worden de aan deze verordening te ontlenen rechten met ingang van die datum verkregen, zonder dat de wetgeving van enige lidstaat met betrekking tot het verval of de verjaring van rechten op de betrokkenen kan worden toegepast.
7.
Indien het in lid 4 of 5 bedoelde verzoek na afloop van de termijn van twee jaar na de datum van toepassing van deze verordening in de betrokken lidstaat wordt ingediend, worden de niet vervallen of verjaarde rechten met ingang van de datum waarop het verzoek is ingediend, verkregen, tenzij gunstiger bepalingen van de wetgeving van enig lidstaat van toepassing zijn.
8.
Indien een persoon op grond van deze verordening is onderworpen aan de wetgeving van een andere lidstaat dan die waaraan die persoon op grond van titel II van Verordening (EEG) nr. 1408/71 onderworpen is, blijft de betrokkene onderworpen aan deze wetgeving zolang de desbetreffende situatie voortduurt, maar in elk geval niet langer dan 10 jaar te rekenen vanaf de toepassingsdatum van deze verordening, tenzij hij een aanvraag indient om onderworpen te worden aan de wetgeving die op grond van deze verordening van toepassing is. Indien de aanvraag binnen een termijn van drie maanden vanaf de toepassingsdatum van deze verordening wordt ingediend bij het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving op grond van deze verordening van toepassing is, is deze wetgeving op betrokkene van toepassing vanaf de toepassingsdatum van deze verordening. Indien de aanvraag wordt ingediend nadat deze termijn verstreken is, is genoemde wetgeving op betrokkene van toepassing vanaf de eerste dag van de volgende maand.
9.
Artikel 55 van deze verordening is uitsluitend van toepassing op pensioenen waarop artikel 46 quater van Verordening (EEG) nr. 1408/71 op de toepassingsdatum van deze verordening niet van toepassing is.
10.
Artikel 65, lid 2, tweede zin, en lid 3, tweede zin, is uiterlijk twee jaar na de toepassingsdatum van deze verordening in Luxemburg van toepassing.
10 bis.
De vermeldingen in bijlage III betreffende Estland, Spanje, Italië, Litouwen, Hongarije en Nederland verliezen hun werking 4 jaar na de datum van toepassing van deze verordening.
10 ter.
De in bijlage III opgenomen lijst wordt uiterlijk op 31 oktober 2014 geëvalueerd aan de hand van een verslag van de Administratieve Commissie. Dit verslag omvat een effectbeoordeling van het belang, de frequentie, de omvang en de kosten, zowel absoluut als relatief, van de toepassing van de bepalingen in bijlage III. Het verslag bevat ook de mogelijke gevolgen van een intrekking van deze bepalingen voor de lidstaten die na de in lid 10 bis bedoelde datum nog in deze bijlage blijven opgenomen. In het licht van dat verslag besluit de Commissie over de indiening van een voorstel om de lijst te herzien en deze in beginsel in te trekken, tenzij uit het verslag van de Administratieve Commissie dringende redenen blijken om dat niet te doen.
11.
De lidstaten zien erop toe dat passende informatie wordt verstrekt met betrekking tot de wijzigingen in de rechten en plichten die worden ingevoerd bij deze verordening en de toepassingsverordening.