Einde inhoudsopgave
Richtlijn 91/676/EEG inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (Nitraatrichtlijn)
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 19-12-1991
- Bronpublicatie:
12-12-1991, PbEG 1991, L 375 (uitgifte: 31-12-1991, regelingnummer: 91/676/EEG)
- Inwerkingtreding
19-12-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-1991, PbEG 1991, L 375 (uitgifte: 31-12-1991, regelingnummer: 91/676/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
‘grondwater’: al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met bodem of ondergrond staat;
- b)
‘zoet water’: van nature voorkomend water met een laag gehalte aan zouten, dat in veel gevallen aanvaard wordt als zijnde geschikt voor onttrekking en behandeling voor de bereiding van drinkwater;
- c)
‘stikstofverbinding’: elke stikstof bevattende stof, uitgezonderd gasvormige moleculaire stikstof;
- d)
‘vee’: alle voor gebruiks- of winstdoeleinden gehouden dieren;
- e)
‘meststof: elke één of meer stikstofverbindingen bevattende stof die op het land wordt gebruikt ter bevordering van de gewasgroei, met inbegrip van dierlijke mest, afval van visteeltbedrijven en zuiveringsslib;
- f)
‘kunstmest’: elke met een industrieel proces vervaardigde meststof;
- g)
‘dierlijke mest’: excrementen van vee of een mengsel van strooisel en excrementen van vee, alsook produkten daarvan;
- h)
‘op of in de bodem brengen’: het toevoegen van stoffen aan het land door verspreiding op het bodemoppervlak, injectie in de bodem, onderwerken of vermenging met de oppervlaktelagen;
- i)
‘eutrofiëring’: een verrijking van het water door stikstofverbindingen, die leidt tot een versnelde groei van algen en hogere plantaardige levensvormen met als gevolg een ongewenste verstoring van het evenwicht tussen de verschillende in het water aanwezige organismen en een verslechtering van de waterkwaliteit;
- j)
‘verontreiniging’: het direct of indirect lozen van stikstofverbindingen uit agrarische bronnen in het aquatisch milieu, ten gevolge waarvan de gezondheid van de mens in gevaar kan worden gebracht, het leven en de aquatische ecosystemen kunnen worden geschaad, de mogelijkheden tot recreatie kunnen worden aangetast of een ander rechtmatig gebruik van het water kan worden gehinderd;
- k)
‘kwetsbare zone’: een overeenkomstig artikel 3, lid 2, aangewezen stuk land.