Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 516/2014 oprichting Fonds voor asiel, migratie en integratie, wijziging Beschikking 2008/381/EG en intrekking Beschikkingen nr. 573/2007/EG, 575/2007/EG en 2007/435/EG
Artikel 11 Begeleidende maatregelen inzake terugkeerprocedures
Geldend
Geldend vanaf 21-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 516/2014)
- Inwerkingtreding
21-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 150 (uitgifte: 20-05-2014, regelingnummer: 516/2014)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Overheidsfinanciën / EU-financiën
In het kader van de in artikel 3, lid 2, eerste alinea, onder c), van deze verordening vastgelegde specifieke doelstelling, in het licht van de resultaten van de in artikel 13 van Verordening (EU) nr. 514/2014 bepaalde beleidsdialoog, en in overeenstemming met de doelstellingen van de nationale programma's als omschreven in artikel 19 van deze verordening, richt het Fonds zich, op het gebied van begeleidende maatregelen inzake terugkeerprocedures, op een of meer van de volgende categorieën onderdanen van derde landen:
- a)
onderdanen van derde landen die nog geen definitieve negatieve beslissing hebben ontvangen met betrekking tot hun verzoek om in een lidstaat te mogen verblijven, hun verzoek om een verblijfsvergunning en/of hun verzoek om internationale bescherming te genieten, en die ervoor kunnen kiezen gebruik te maken van de mogelijkheid om vrijwillig terug te keren;
- b)
onderdanen van derde landen die in een lidstaat een verblijfsrecht, verblijfsvergunning hebben en/of internationale bescherming genieten in de zin van Richtlijn 2011/95/EU, of tijdelijke bescherming genieten in de zin van Richtlijn 2001/55/EG, en die ervoor hebben gekozen gebruik te maken van de mogelijkheid om vrijwillig terug te keren;
- c)
onderdanen van derde landen die zich op het grondgebied van een lidstaat bevinden en niet of niet langer voldoen aan de voorwaarden voor toegang en/of verblijf in een lidstaat, onder meer de onderdanen van derde landen voor wie de verwijdering overeenkomstig artikel 9 en artikel 14, lid 1, van Richtlijn 2008/115/EG is uitgesteld.
In dit verband ondersteunt het Fonds met name de volgende, op de in de eerste alinea genoemde categorieën personen gerichte acties:
- a)
het invoeren, ontwikkelen en verbeteren van maatregelen die een alternatief vormen voor bewaring;
- b)
het verstrekken van sociale bijstand, voorlichting of hulp bij administratieve en/of gerechtelijke formaliteiten en voorlichting of advies;
- c)
het verlenen van rechtshulp en taalondersteuning;
- d)
specifieke bijstand aan kwetsbare groepen;
- e)
het invoeren en verbeteren van onafhankelijke en doeltreffende controlesystemen voor gedwongen terugkeer als bedoeld in artikel 8, lid 6, van Richtlijn 2008/115/EG;
- f)
het opzetten, onderhouden en verbeteren van de infrastructuur, diensten en voorzieningen in verband met huisvesting, opvang of bewaring;
- g)
het opzetten van administratieve structuren en systemen, waaronder IT-hulpmiddelen;
- h)
het opleiden van personeel met het oog op vlotte en doeltreffende terugkeerprocedures, zowel wat het beheer als de uitvoering ervan betreft.