Einde inhoudsopgave
Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 03-07-2019
- Bronpublicatie:
01-07-2019, Stcrt. 2019, 35902 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/138789)
- Inwerkingtreding
03-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2019, Stcrt. 2019, 35902 (uitgifte: 02-07-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/138789)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor registratie van een opleidingsinstelling dient de aanvrager aan de volgende eisen te voldoen:
- a.
wat betreft de opleidingsinstelling: de eisen, bedoeld in bijlage 1 bij deze regeling;
- b.
wat betreft de aangeboden opleidingen:
- 1°
voor SE-SPA CR de eisen, bedoeld in Deel FCL.725;
- 2°
voor RPL de eisen, bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling;
- 3°
voor RFI de eisen, bedoeld in bijlage 3 bij deze regeling;
- 4°
voor de module RT de eisen, bedoeld in bijlage 4 bij deze regeling;
- 5°
voor RPA-L, de eis dat de opleidingsinstelling zorg draagt voor correct, volledig en passend lesmateriaal ten behoeve van een theorie- en praktijkopleiding en voor een procedure die waarborgt dat de examens op correcte en passende wijze worden afgenomen door examinatoren die niet de theorie- en praktijkopleiding hebben verzorgd van de kandidaat die de examens aflegt.
2.
Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op de registratie van een opleidingsinstelling met betrekking tot de module RT.
3.
Een DTO of ATO wordt geacht te voldoen aan de eisen bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.