Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001
Bijlage 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 32037 (uitgifte: 30-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/186975)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 32037 (uitgifte: 30-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/186975)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel B, onder 2°
1. De opleiding voor RPL(A)
De opleiding voor RPL(A)MLA wordt aangeboden door een geregistreerde opleiding met instructeurs die in het bezit zijn van geldige RFI in hun RPL(A)MLA of geldig FI in hun PPL(A), CPL(A) of ATPL(A) en de klassebevoegdverklaring waarvoor ze instructie geven.
2. De opleiding voor RPL(H)
De opleiding voor RPL(H) voor klasse- of type bevoegdverklaringen voor eenmotorige helikopters wordt aangeboden door een geregistreerde opleidingsinstelling met instructeurs die in het bezit zijn van een geldige RFI(H) in hun RPL(H) of FI in hun PPL(H), CPL(H) of ATPL(H) en de klasse- of typebevoegdverklaring waarvoor ze instructie geven.
2a. De opleiding voor RPL(GC)
De opleiding voor RPL(GC) voor de klasse- of type bevoegdverklaringen voor eenmotorige gyrokopters wordt aangeboden door een geregistreerde opleidingsinstelling met instructeurs die in het bezit zijn van een geldige RFI(GC) in hun RPL(GC) dan wel geldig FI in hun PPL(A/H), CPL(A/H) of ATPL(A/H) alsmede de klasse- of typebevoegdverklaring waarvoor ze instructie geven en die met goed gevolg een praktijkexamen RFI(GC) hebben afgelegd.
3. De praktijkopleiding voor RPL(A)
De praktijkopleiding voor elke klasse binnen het RPL(A) omvat ten minste 30 uur, waarvan ten minste:
- a.
20 uur dubbelbesturingsonderricht op een vliegtuig uit de gewenste klasse (dit kan minder zijn bij leerling-vliegers die in aanmerking komen voor compensatie als bedoeld in de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001),
- b.
5 uur solo op een vliegtuig uit de gewenste klasse, en
op een vliegtuig uit een willekeurige klasse uit RPL(A):
- a.
1 solo overlandvlucht waarbij op twee andere luchtvaartterreinen wordt geland en gestart dan waarop men vertrekt, of
- b.
een solo driehoeksvlucht over een afstand van ten minste 100 km en daarnaast een solo start en -landing op ten minste drie verschillende terreinen.
Het opleidingsplan voor de praktijkopleiding voor RPL(A) omvat ten minste:
- a.
de vluchtvoorbereiding inclusief de berekening van de massa en het zwaartepunt, de voor-de-vlucht-inspectie van het vliegtuig en de staat van onderhoud;
- b.
het gebruik van het luchtvaartterrein en het luchtverkeerscircuit, het vermijden van botsingen (voorzorgen en uitwijkprocedures);
- c.
het besturen van het vliegtuig met behulp van het zicht naar buiten;
- d.
het vliegen met een kritische lage luchtsnelheid, herkenning van en het herstellen uit een beginnende en volledige overtrek;
- e.
het vliegen met een kritische hoge luchtsnelheid, herkenning van en het herstellen uit een spiraalduikvlucht of herkenning en het vermijden van een spiraalduikvlucht;
- f.
starts en landingen normaal en bij dwarswind;
- g.
starts waarbij een maximumprestatie van het vliegtuig is vereist (kort veld en over hindernissen), landingen op een korte baan;
- h.
het maken van overlandvluchten met herkenningspunten op de grond, gegist bestek en, wanneer dat beschikbaar is, radionavigatiehulpmiddelen;
- i.
noodprocedures, inclusief gesimuleerde situaties waarbij de uitrusting van het vliegtuig niet of niet meer goed werkt;
- j.
het voorbereiden van vluchten van, naar en via verschillende luchtvaartterreinen, procedures met luchtverkeersdienstverlening; en radiotelefonieprocedures en terminologie.
4. De opleidingsvliegtuigen voor RPL(A)
- a.
De opleidingsinstelling zorgt voor een adequate vloot van opleidingsvliegtuigen die geschikt zijn voor de bedoelde opleiding en die zijn uitgerust en onderhouden volgens de geldende regels.
- b.
Elk vliegtuig is voorzien van een dubbel besturingssysteem dat onafhankelijk kan worden gebruikt door de instructeur en de leerling. Een overzwenkbare besturing is niet acceptabel.
- c.
De vloot bevat ook ten minste één vliegtuig dat geschikt is om te leren hoe men een overtrek kan vermijden.
5. Theorieopleiding voor RPL(A)
De theorieopleiding voor het theorie-examen is gelijk aan de opleiding voor PPL(A). Het verzorgen van deze opleiding is voorbehouden aan een daartoe gekwalificeerde ATO of DTO.
6. De praktijkopleiding voor RPL(H)
De praktijkopleiding voor elk type eenmotorige helikopter of voor de klasse MLH binnen het RPL(H) omvat ten minste 30 uur op het gewenste type eenmotorige helikopter of de klasse MLH, waarvan ten minste:
- a.
20 uur dubbelbesturingsonderricht (dit kan minder zijn bij leerling-vliegers die in aanmerking komen voor compensatie als bedoeld in de Regeling bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtvarenden 2001);
- b.
5 uur solo; en
- c
- i.
één solo overlandvlucht waarbij op twee andere luchthavens wordt geland en gestart dan waarop men vertrekt; of
- ii.
één solo driehoeksvlucht over een afstand van ten minste 100 km en daarnaast solo een start en een landing op ten minste drie verschillende terreinen.
Het opleidingsplan voor de praktijkopleiding voor RPL(H) voor een type opleiding of voor de klasse opleiding eenmotorige helikopters omvat ten minste:
- a.
de vluchtvoorbereiding inclusief de berekening van de massa en het zwaartepunt, de voor-de-vlucht-inspectie van de helikopter en de staat van onderhoud;
- b.
het gebruik van het luchtvaartterrein en het luchtverkeerscircuit, het vermijden van botsingen (voorzorgen en uitwijkprocedures);
- c.
het besturen van de helikopter met behulp van het zicht naar buiten;
- d.
starts, landingen, stilhangen, uitkijkbochten en normale overgangsvluchten van en naar stilhangen;
- e.
noodprocedures, elementaire autorotaties, gesimuleerde motorstoring, herstel van grondresonantie indien relevant voor het type;
- f.
zijwaartse en achterwaartse vlucht, bochten op de plek;
- g.
autorotaties op een landingspunt, gesimuleerde landingen met motor idle, oefenen van noodlandingen. Gesimuleerde storingen van uitrusting en noodtoestandprocedures met betrekking tot storing van motoren, besturing, elektrische en hydraulische circuits; steile bochten;
- h.
overgangsvluchten, snelle stops, manoeuvres uit de wind, landingen en starts op hellend terrein;
- i.
vluchten met beperkt vermogen en beperkte ruimte inclusief het kiezen van en het opereren naar en van onvoorbereide plaatsen;
- j.
overlandvlucht met visuele referentie, gegist bestek en waar beschikbaar, radionavigatiehulpmiddelen;
- k.
het voorbereiden van vluchten van, naar en via verschillende luchtvaartterreinen, procedures met luchtverkeersdienstverlening.
7. De opleidingshelikopters voor RPL(H)
De opleidingsinstelling zorgt voor een adequate vloot van opleidingshelikopters die geschikt zijn voor de bedoelde opleiding en die zijn uitgerust en onderhouden volgens de geldende regels.
Elke helikopter is voorzien van een dubbel besturingssysteem dat onafhankelijk kan worden gebruikt door de instructeur en de leerling. Een overzwenkbare besturing is niet acceptabel.
8. Theorieopleiding voor RPL(H)
De theorieopleiding voor het theorie-examen is gelijk aan de opleiding voor PPL(H). Het verzorgen van deze opleiding is voorbehouden aan een daartoe gekwalificeerde ATO of DTO.
9. De praktijkopleiding voor RPL(GC)
De praktijkopleiding elk type eenmotorige gyrokopter of voor de klasse gyrokopter binnen het RPL(GC) omvat ten minste 30 uur op het gewenste type eenmotorige gyrokopter of de klasse GC, waarvan ten minste:
- a.
20 uur dubbelbesturingsonderricht;
- b.
5 uur solo; en
- c
- i.
één solo overlandvlucht waarbij op twee andere luchthavens wordt geland en gestart dan waarop men vertrekt; of
- ii.
één solo driehoeksvlucht over een afstand van ten minste 100 km en daarnaast een solostart en -landing op ten minste drie verschillende terreinen.
Het opleidingsplan voor de praktijkopleiding voor RPL(GC) omvat ten minste:
- a.
de vluchtvoorbereiding inclusief de berekening van de massa en het zwaartepunt, de voor-de-vlucht-inspectie van de gyrokopter en de staat van onderhoud;
- b.
wielblokprocedure, motor- en rotorstartprocedure evt. met de hand, taxiën met of zonder rotorrotatie, taxiën met rugwind, tegenwind en dwarswind;
- c.
het gebruik van het luchtvaartterrein en het luchtverkeerscircuit, het vermijden van botsingen (voorzorgen en uitwijkprocedures);
- d.
het besturen van de gyrokopter met behulp van het zicht naar buiten;
- e.
rotormanagement bij de gyrokopter met draaiende motor, waaronder herstelprocedure bij flapping;
- f.
start zonder wind, met tegenwind, dwarswind en short-field start gevolgd door motorstoring in grondeffect tijdens de start;
- g.
gecoördineerde horizontale bochten, klimmende en dalende bochten en steile bochten, het klimmen met vol vermogen, maximum snelheid en het vliegen met minimaal vermogen; vliegen met lage snelheid aan de backside van de powercurve;
- h.
normale landing met een flare, landing met een steile nadering, landing met doorstart, noodlanding (motor idle), doellanding, landing met vermogen en landing met minimaal vermogen (idle);
- i.
het stoppen van de rotor, het stoppen van de motor en het veilig parkeren van de gyrokopter;
10. De opleidingsgyrokopters voor RPL(GC)
De opleidingsinstelling zorgt voor een adequate vloot van opleidingsgyrokopters die geschikt zijn voor de bedoelde opleiding en die zijn uitgerust en onderhouden volgens de geldende regels. Elke gyrokopter is voorzien van een dubbel besturingssysteem dat onafhankelijk kan worden gebruikt door de instructeur en de leerling. Een overzwenkbare besturing is niet acceptabel.
11. De theorieopleiding voor RPL(GC)
De opleidingsinstelling zorgt voor theorieonderwijs voor het theorie-examen van de vakken Beginselen van het vliegen met een gyrokopter en Algemene kennis van het luchtvaartuig gyrokopter op het niveau van PPL. Het theoriegedeelte van de overige vakken is gebaseerd op PPL(A) en wordt verzorgd door een ATO of DTO. Het theoretisch gedeelte van de training zal worden afgesloten met een examen als bedoeld in bijlage 1 bij het Examenreglement voor luchtvarenden 2004. Deel FCL.120 is van overeenkomstige toepassing.