Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/36/EU betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG
Artikel 107 Consistentie van toetsingen en evaluaties door de toezichthouder en van toezichtmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 2013/36/EU)
- Inwerkingtreding
17-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 2013/36/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De bevoegde autoriteiten stellen de EBA in kennis van:
- a)
de werking van hun toetsings- en evaluatieproces als bedoeld in artikel 97;
- b)
De EBA beoordeelt de door de bevoegde autoriteiten verstrekte informatie teneinde samenhang te brengen in het proces van toetsing en evaluatie door de toezichthouder. Zij kan aanvullende informatie van de bevoegde autoriteiten verlangen om haar beoordeling te voltooien, naar evenredigheid in overeenstemming met artikel 35 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.
2.
De EBA brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de mate van convergentie tussen de lidstaten welke bij de toepassing van dit hoofdstuk is gerealiseerd.
Om tot een hogere mate van convergentie te komen, organiseert de EBA collegiale toetsingen overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.
3.
De EBA richt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren tot de bevoegde autoriteiten, teneinde nader te bepalen op een wijze die aansluit bij de omvang, de structuur en de interne organisatie van instellingen en bij de aard, reikwijdte en complexiteit van hun werkzaamheden, de gemeenschappelijke procedures en methodieken voor het in lid 1 van dit artikel en in artikel 97 bedoelde proces van toetsing en evaluatie door de toezichthouder en voor de beoordeling van de organisatie en behandeling van de in de artikelen 76 tot en met 87 bedoelde risico's, in het bijzonder wat betreft het concentratierisico, in overeenstemming met artikel 81.