Einde inhoudsopgave
Wet studiefinanciering BES
Artikel 1.1 Definities
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2021
- Bronpublicatie:
14-07-2021, Stb. 2021, 409 (uitgifte: 31-08-2021, kamerstukken: 35725)
- Inwerkingtreding
01-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-09-2021, Stb. 2021, 443 (uitgifte: 29-09-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Studiefinanciering
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
aanvraag: schriftelijk verzoek tot het nemen van een besluit,
achterstallige schuld: achterstallige schuld als bedoeld in artikel 4.8,
afsluitend examen:
- a.
het examen, bedoeld in artikel 7.4.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES,
- b.
het examen, bedoeld in artikel 7.10a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en
- c.
het met onderdeel a of b vergelijkbare examen van een vergelijkbare opleiding beroepsonderwijs of hoger onderwijs,
ander openbaar lichaam: het openbaar lichaam waar de student een opleiding volgt, niet zijnde het openbaar lichaam waar de ouders van de student wonen of een van diens ouders woont,
associate degree-opleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, tweede lid, onderdeel a, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, waaraan accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van die wet is verleend,
bacheloropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek waaraan accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van die wet is verleend,
beroepsonderwijs:
- a.
beroepsonderwijs in de zin van artikel 7.2.6, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, en
- b.
vergelijkbaar beroepsonderwijs,
beroepsopleiding:
- a.
op grond van artikel 1.4.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES erkende beroepsopleiding, en
- b.
vergelijkbaar beroepsonderwijs,
debiteur: degene die zich krachtens artikel 4.2 heeft verplicht tot terugbetaling,
diplomatermijn beroepsonderwijs: periode van tien jaren die aanvangt op de eerste dag van de maand waarover voor het eerst prestatiebeurs is toegekend voor het volgen van beroepsonderwijs,
diplomatermijn hoger onderwijs: periode van tien jaren die aanvangt op de eerste dag van de maand waarover voor het eerst prestatiebeurs is toegekend voor het volgen van hoger onderwijs,
eigen openbaar lichaam: het openbaar lichaam waar de ouders van de student wonen of een van diens ouders woont, tevens het openbaar lichaam waar de student een opleiding volgt,
hoger onderwijs:
- a.
wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, en
- b.
vergelijkbaar hoger onderwijs,
ho-student: degene die hoger onderwijs volgt, niet zijnde een extraneus,
lening: rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift,
masteropleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b, of tweede lid, onderdeel c, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek waaraan accreditatie als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel q, van die wet is verleend,
mbo-student: degene die beroepsonderwijs volgt,
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba,
opleiding niveau 1 of 2: assistentopleiding en basisberoepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES,
opleiding niveau 3 of 4: vakopleiding, middenkaderopleiding en specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen c, d en e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES,
opstarttoelage: door Onze Minister toegekend eenmalig bedrag in verband met het volgen van beroepsonderwijs of hoger onderwijs in het Europese deel van Nederland,
ouder: natuurlijke ouder of adoptiefouder in de zin van de artikelen 197 tot en met 232aa van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES,
persoonsgebonden nummer BES: door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer, toegekend aan een student of debiteur,
prestatiebeurs: rentedragende lening die onder voorwaarden kan worden omgezet in een gift, waarbij tevens de rente teniet gaat, niet zijnde de rentedragende lening die niet kan worden omgezet in een gift,
student: mbo-student of ho-student,
studiefinanciering BES: door Onze Minister toegekende financiering in verband met het volgen van beroepsonderwijs of hoger onderwijs waarop uitsluitend op grond van deze wet aanspraak bestaat, niet zijnde een opstarttoelage,
studiefinancieringstijdvak: kalenderjaar of een gedeelte daarvan waarop de toekenning van studiefinanciering BES betrekking heeft, met dien verstande dat deze periode ten minste 1 kalendermaand is,
studiejaar:
- a.
in het beroepsonderwijs: tijdvak dat aanvangt op 1 augustus van enig kalenderjaar en eindigt op 31 juli daaropvolgend,
- b.
in het hoger onderwijs: tijdvak dat aanvangt op 1 september van enig kalenderjaar en eindigt op 31 augustus daaropvolgend,
- c.
voor vergelijkbaar beroepsonderwijs of hoger onderwijs: tijdvak zoals gehanteerd door de instellingen die de betreffende opleidingen verzorgen,
termijnbetaling: bedrag als bedoeld in artikel 4.9,
vergelijkbaar beroepsonderwijs: vergelijkbaar beroepsonderwijs in de zin van artikel 2.9, eerste lid, onderdeel c,
vergelijkbaar hoger onderwijs: vergelijkbaar hoger onderwijs in de zin van artikel 2.9, eerste lid, onderdeel c,
voltijdse opleiding:
- a.
opleiding in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, met uitzondering van deeltijds onderwijs,
- b.
vergelijkbaar hoger onderwijs,
WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000.
2.
Onder voltijdse opleiding wordt mede verstaan een duale opleiding in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of vergelijkbaar hoger onderwijs.