Einde inhoudsopgave
Wet educatie en beroepsonderwijs BES
Artikel 7.2.2 Onderscheid beroepsopleidingen; niveau; leerwegen
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2020
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 234 (uitgifte: 08-07-2020, kamerstukken: 35252)
- Inwerkingtreding
01-08-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2020, Stb. 2020, 276 (uitgifte: 22-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
De volgende soorten beroepsopleidingen worden onderscheiden:
- a.
de assistentopleiding,
- b.
de basisberoepsopleiding,
- c.
de vakopleiding,
- d.
de middenkaderopleiding, en
- e.
de specialistenopleiding.
2.
De in het eerste lid bedoelde opleidingen bestaan uit:
- a.
een beroepsopleidende leerweg, omvattend een praktijkdeel van ten minste 20% en minder dan 60% van de studieduur, of
- b.
een beroepsbegeleidende leerweg, omvattend een praktijkdeel van 60% of meer van de studieduur.
3.
De assistentopleidingen richten zich op de kwalificatie voor het eerste niveau van beroepsuitoefening of voor de entree op de arbeidsmarkt. De basisberoepsopleidingen richten zich op de kwalificatie voor het tweede, de vakopleidingen op de kwalificatie voor het derde en de middenkader en specialistenopleidingen op de kwalificatie voor het vierde en hoogste niveau van beroepsuitoefening.
4.
Aan de in het eerste lid bedoelde opleidingen kunnen ten behoeve van individuele studenten voorbereidende en ondersteunende activiteiten worden toegevoegd ter bevordering van het kunnen instromen in en met gunstig gevolg voltooien van de opleiding. Deze activiteiten maken geen deel uit van de opleiding. Voorbereidende en ondersteunende activiteiten zijn bestemd voor studenten wier vooropleiding naar het oordeel van het bevoegd gezag onvoldoende uitzicht biedt op het binnen een redelijke tijd behalen van de kwalificatie waarvoor de student en de instelling een onderwijsovereenkomst hebben gesloten.